Selecteer een pagina
Een spreekverbod opleggen is niet integer

Een spreekverbod opleggen is niet integer

En spreekverbod opleggen aan personeel is in strijd met de wet en daarmee niet-integer. Daarnaast zijn er ook kanttekeningen te plaatsen bij het instellen van een spreekverbod.

Vroeg of laat krijg je er als organisatie mee te maken: een medewerker doet een onhandige uitlating via sociale media en brengt daarmee de organisatie in verlegenheid. Met een beetje pech is de respons vanuit de werkgever ook onhandig en wordt er olie op het vuur gegooid. Ik verwijs in dit verband naar de plannen van de directie van de ziekenhuizen om afdelingen van het ziekenhuis in Winterswijk te sluiten (in het mistige bestuursjargon “bundeling”) en het spreekverbod dat aan medewerkers van het ziekenhuis is opgelegd. De plaatselijke situatie in de Achterhoek geeft mij aanleiding om in algemene zin op het wel of niet hanteren van een spreekverbod in te gaan.

Algemene stelregel: een spreekverbod is wettelijk niet houdbaar Een werknemer heeft als burger namelijk de vrijheid van meningsuiting. Dat is een grondrecht dat is vastgelegd in artikel 7 van de Grondwet en artikel 10 van het Europees Verdrag van de Rechten voor de Mens. Maar dat grondrecht is niet absoluut: er is uiteraard geen plaats voor belediging.

De werkgever moet uitkijken hoe deze reageert op de polemiek die kan ontstaan na een uiting van een medewerker op de (sociale) media. Onder druk van vragen uit de volksvertegenwoordiging, klanten of de ‘oude media’ kan de reactie overtrokken zijn en moet men op een later moment bakzeil halen. Dan leidt men twee keer schade. Voor ieder management in een organisatie geldt het beginsel van ‘goed werkgeverschap’ dat geregeld is in artikel 7:611 van het Burgerlijk Wetboek. Daaraan toetst de rechter waarbij de belangen die door de uiting zijn geraakt worden gewogen bij het schenden van een spreekverbod. Die toetsing is altijd achteraf.

Juist als het management te krampachtig wordt, zullen medewerkers minder snel het gesprek aangaan over plannen en dingen naar buiten brengen. Je hebt daar dus als management invloed op. Je hebt de belangrijke taak om dat te voorzien en daarop pro actief te acteren. Dat kan alleen maar door open, eerlijk en integer te communiceren: een spreekverbod is naast juridisch onhoudbaar, niets anders dan een zwaktebod.

Het management moet integer met veranderingsvoorstellen omgaan.
Betrek mensen op de werkvloer stap voor stap bij de voorstellen. Zorg voor tegenspraak in het proces. Tegenspraak is gewenst, zeker bij ingrijpende voorstellen. Voor het onderwerp tegenspraak verwijs ik naar mijn eerdere blog over dit onderdeel. Dus geen voldongen feit. Draagvlak is bijvoorbeeld belangrijker dan snelheid. Denk niet vanuit een ivoren toren dat je het zelf wel weet. De input vanuit de organisatie moet voorop staan. Zij moeten het immers uit gaan voeren. Ik heb het eerder aldus verwoord voor financiële mensen: de mensen in je organisatie is het goud op je balans. Je hebt goud in handen. Zorg dat je dat koestert, ook bij veranderingsprocessen. Op die manier “hou je de boel bij elkaar” om maar met een oud-burgemeester van Amsterdam te spreken.

Een spreekverbod is daarnaast niet praktisch uitvoerbaar.
Als men kwaad wil kan men immers onder pseudoniem actief worden of met bronbescherming een reguliere krant informeren. Dit staat nog los van de rol van een medewerker als klokkenluider die juist in het kader van integriteit een beschermde titel heeft. Het huis van de klokkeluiders is er voor om hem of haar met raad en daad terzijde te staan.

En deel van dit blog is gebaseerd op een artikel van Mr. Johri Maat uit 2018. Hij is Centrale Integriteitscoördinator van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Vragen of opmerkingen? U kunt ze stellen via het contactformulier op deze website.
Ook telefonisch ben ik bereikbaar op 0544-371697.

 

Nieuwe integriteitsregels Eerste Kamer: wij van WCeend adviseren WCeend?

Nieuwe integriteitsregels Eerste Kamer: wij van WCeend adviseren WCeend?

Nieuwe integriteitsregels Eerste Kamer:  goed maar toch nog  een “Wij van WC-eend adviseren WC-eend”gehalte?

Inleiding
In een eerder blog heb ik geschreven over het integer handelen van de Eerste kamer. Liever gezegd het ontbreken van een  integriteitscode en het omgaan met vermeende schijn van belangenverstrengeling. Dat is destemeer belangrijker omdat het lidmaatschap van de Eerste Kamer een bijbaan is. Dat vraagt om prudent handelen om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen.  Het heeft zelfs recent mevrouw  Duthler haar lidmaatschap van de VVD-fractie gekost.

Eerste integriteitscode
Voor het eerst in de geschiedenis krijgt de Eerste Kamer nu een eigen integriteitscode, zo is afgelopen dinsdag besloten door alle fracties. Een jaar geleden leek zo’n code nog zo goed als ondenkbaar. Maar de heibel binnen en buiten het Binnenhof over de adviesklussen van Anne-Wil Duthler gaf de integriteitscode precies de benodigde urgentie. Daarmee geeft  de kamer  nadere invulling aan de eed of belofte die de leden van de kamer bij de beëdiging hebben afgelegd. Tot nu toe werd die invulling grotendeels overgelaten aan de individuele fracties. Dat leidde niet alleen tot verschillen in normen, maar zorgde er ook voor dat men elkaar niet konden aanspreken op gedrag en keuzes. Dat bleek onbevredigend, omdat handelingen van één fractie of senator die niet worden begrepen of zelfs worden afgekeurd, gevolgen kunnen hebben voor het aanzien van en vertrouwen in de Eerste Kamer als instituut.

Achtergrond en inhoud regels
Het  Reglement van orde van de Eerste Kamer kende weliswaar al een aantal bepalingen over integriteit maar het onderwerp werd voor het overige overgelaten aan de regels van de afzonderlijke fracties. De EK  zet met de door haar vastgestelde gedragscode een stap verder in een gemeenschappelijke benadering. Het besluit bevat naast een aantal nieuwe en aangescherpte bepalingen tevens instrumenten voor naleving en interpretatie van de gedragscode.

Integriteitsbeleid is  beleid dat de leden en de goede naam van de Eerste Kamer vooral moet beschermen. Het geeft meer duidelijkheid over wat gewenst en ongewenst is. En het geeft een procedure in geval van twijfel.

De code bevat een  raamwerk van bepalingen om integriteitskwesties te voorkomen en biedt, als deze zich onverhoopt toch voordoen, waarborgen voor een goede afwikkeling. Kern van de code is een transparante en inhoudsvolle beschrijving van functies en belangen naast het Kamerlidmaatschap. De komst van een externe vertrouwenspersoon biedt de mogelijkheid vooraf risico’s op belangenverstrengeling te bespreken en juist in te schatten. Wie tijdens de rit het woordvoerderschap wil vervullen, heeft de verplichting eventuele strijdige belangen te melden aan een commissie. Komen er onverhoopt toch integriteitskwesties aan bod, dan krijgt de voorzitter en de twee ondervoorzitters van de kamer een duidelijke rol bij de afdoening ervan.

De discussie over integriteit is niet afgerond.  Het College van Senioren zal het onderwerp twee keer per jaar agenderen, maar ik hoop wel dat de nieuwe Eerste Kamer ook de vrijheid en de veiligheid ontwikkelt om tot een cultuur van elkaar aanspreken te komen.

Dynamiek in integriteit
We moeten nu er een gedragscode is niet de illusie hebben dat hiermee alle situaties of problemen zullen kunnen worden voorkomen. Integendeel, gedrag en maatschappelijke acceptatie zijn dynamische begrippen. Wat twintig jaar, twaalf jaar, of zelfs vier jaar geleden alom acceptabel was of werd getolereerd, is dat vandaag niet meer. Het is dan ook belangrijk om niet achter die dynamiek aan te lopen, maar daarop proactief in te spelen. Constante aandacht is dus geboden.

Juist bij een democratisch instituut als de Eerste Kamer is het essentieel om duidelijke regels te hebben, zodat de integriteit van senatoren boven alle twijfel verheven is. Daarvoor zijn uniforme gedragsregels voor de hele Eerste Kamer nodig. Transparantie, zeker over financiële belangen, en goede handhaving zijn daarbij essentieel.

Het is zinvol dat de EK met elkaar het gesprek blijft aangaan om daar waar nodig de regels aan te blijven scherpen om te borgen dat Kamerleden onafhankelijk zonder last hun werk doen. De belangrijkste winst is niet eens dat er nu duidelijker regels zijn, maar vooral dat er open over gesproken kan en zal worden. Het gaat er namelijk niet alleen om wat je afspreekt, maar ook dat je erover blijft praten en elkaar scherp houdt.

Kan het nog beter?
Het kan naar mijn mening nog beter. Zo heeft de PvdA-fractie afgesproken dat alle nieuwe functies die een lid van de PvdA-fractie gaat bekleden in de fractie beoordeeld worden op de verenigbaarheid met het Kamerlidmaatschap. In die zin is de nieuwe regeling goed, maar het kan dus altijd beter. Ik ben blij met de onafhankelijke vertrouwenspersoon, maar had wat meer onafhankelijkheid gezien bij de beoordeling van casussen om zoals het Groen Links kamerlid het verwoorde “het wc-eendgehalte te beperken en slagers die hun eigen vlees keuren te voorkomen”.

Conclusies
Het  komt nu aan op de praktijk: toepassen en uitleggen van de code, elkaar raadplegen bij twijfel en aanspreken bij kritiek, transparant zijn en zo verantwoording afleggen aan de buitenwereld. Zo zullen de regels en criteria vanzelf gaan leven, nadere invulling krijgen en meebewegen met de maatschappelijke opvattingen.

Er is een set van gedragsregels vastgesteld er is een externe vertrouwenspersoon benoemd, er is een interne commissie integriteit en twee keer per jaar wordt er een update gehouden van de nevenactiviteiten. Ik denk dat de Kamer daarmee een adequaat antwoord geeft op terechte zorgen die binnen, maar vooral buiten deze Kamer bestonden over het functioneren van deze Kamer en haar leden. Het publiek krijgt meer inzicht en er komt beter toezicht.

Kamerleden opereren in een glazen huis. Naar die werkelijkheid moet men  handelen. Alles wat de EK  doet, moet transparant zijn en moet waargenomen kunnen en mogen worden door anderen. Als men zich gaat houden aan de afspraken die nu gemaakt zijn dan is dat winst voor onze parlementaire democratie en voor de Eerste  Kamer in het bijzonder.

Alleen is het jammer dat het integriteitsbeleid nu pas goed handen en voeten krijgt. Voor menige gemeente in Nederland en “de overkant” (de Tweede Kamer) was dit al (lang) gesneden koek. Ja zelfs de Eerste Kamer heeft al jaren terug als medewetgever de lagere overheden hiertoe verplicht maar zelf nooit echt het voortouw genomen. Maar beter laat dan nooit.De tijd zal leren hoe de nieuwe Eerste Kamer met de afspraken om zal gaan. U kunt dat overigens zelf vaststellen via de website van de Eerste Kamer (alleen dinsdagen).

 

Boekbespreking De Kleine Gids integriteitsmanagement 2010

Boekbespreking De Kleine Gids integriteitsmanagement 2010

Boekbespreking  “De Kleine Gids Integriteitsmanagement 2010”.
Schrijver Frans van Oostrum
Uitgeverij Kluwer
ISBN-nummer 978 90 13 06668 5

Inleiding
Vandaag het zesde blog over een boek , in het kader van integriteit, dat niet mag ontbreken in de integriteitsbibliotheek van de  (integriteits)managers, bestuurders, leden van de or en medewerkers  die willen bijdragen aan een integere organisatie.

Een woord vooraf
In een boekbespreking kan ik alleen met een beknopte inhoudsopgave volstaan en de meest zinvolle  conclusies verwoorden. Het doel van dit blog is immers om de lezer te stimuleren om het boek, al dan niet elektronisch, ter hand te nemen voor nog meer interessante feiten.

Beschrijving van het boek
De schrijver is op het moment van het schijven van de gids werkzaam bij het UWV. In 2008 heeft hij de Ien Dales Award ontvangen.

In het kader van de serie Kleine Gids is dit boekwerkje een gids om te komen tot een integere organisatie. Het boekwerkje geeft o.a. inzicht in het opzetten van een integriteitsorganisatie. De vraag wordt gesteld en beantwoord welke bouwstenen daarvoor nodig zijn. Ook wordt ingegaan op de vraag welke professionals daarbij een rol spelen. Daarnaast wordt aangegeven hoe men resultaten krijgt en op welke manier men resultaten van integriteitsmanagement meet.

Vermeldingswaard is een onderzoek dat in de gids wordt aangehaald. Dat onderzoek wijst uit dat het managen van integriteit diverse positieve effecten op de bedrijfsvoering heeft. Zo blijkt dat de werksfeer 30% beter wordt gewaardeerd bij integere managers. Daarnaast is de arbeidsmotivatie van medewerkers bij integer leiderschap 17% hoger dan bij niet-integer management.

In het hoofdstuk “En nu aan het werk” en dan in het bijzonder “verbeelden, verbinden, vertalen en vertonen” wordt aangegeven dat als daaraan wordt voldaan, integriteit een bijdrage levert aan de excellente bedrijfsvoering.

Ik sluit af met de slotzin van de schrijver: “Aan het werk gaan met integriteit en integer handelen is inspirerend. Het geeft energie en levert een positief resultaat op.. Integriteit  zal meer dan een mooi woord worden”.

De waarde van het boek  
De waarde van het boek is dat het boekje een kompas is en een gereedschapskist die kunnen  helpen de richting vast te houden als wordt gekoerst op een integere organisatie. Dat wordt gedaan in begrijpelijke en heldere taal. Veel wat aan de orde komt is uit meerdere integriteitsboeken samengevat. Het boekje is een goede eerste brede verkenning op het gebied van integriteit. Wil je verdieping, dan kun je mijn eerdere blogs over integriteit en de opgetekende boekbesprekingen er bij halen.
Dat blijkt ook wel uit de literatuurlijst in de gids.  Zo komen bekende schrijvers over integriteit op de lijst voor zoals Kaptein en Karssing. Daarnaast zijn er diverse bijlagen in het boek opgenomen die zeer praktisch zijn. Belangrijk is  o.a. de inhoud van een integriteitstraining en verslaglegging van (vermeende) integriteits-schendingen.

Conclusie
Omdat het boek praktische voorbeelden en bijlagen bevat, kan dit boek goed bijdragen aan de (verdere) ontwikkeling naar een integere organisatie en een integere medewerker.  Het is een goede aanrader voor mensen die een eerste indruk willen hebben van een integere organisatie met alles wat daar bij komt kijken. Mijn eindoordeel: een 9. 3 sterren.

Wilt u de tekst van mijn  eerdere blog nog eens teruglezen? Al mijn blogs vindt u op www.integereachterhoek.nl. Wilt u de tekst via mail toegezonden krijgen of wilt u vragen of opmerkingen stellen, mijn mailadres is integriteitindeachterhoek@gmail.com

 

 

Boekbespreking De Kleine Gids integriteitsmanagement 2010

Voorbeelden niet-integer handelen

Vandaag vier voorbeelden van niet-integer handelen in twee gemeenten in de Achterhoek. Dit betreft grotendeels een herhaling van een eerdere blog dat in februari het licht zag.

Casus boer/wethouder met mestoverschot vraagt geen vergunning aan.. en een te loyale collega-wethouder..

Situatie: meer veehouder dan wethouder..: Een wethouder wordt verweten dat hij niet integer en correct heeft gehandeld bij de aanleg van een mestbassin bij zijn melkveehouderij. Hij kampte met een mestoverschot en bouw-de zonder vergunning een mestbassin. In een rapport dat is opgesteld naar zijn handelen, komt ook de aanleg van een mestopslagplek in 2002 aan bod. Dat zou ook destijds niet goed aangevraagd zijn. De wethouder was onder andere verantwoordelijk voor handhaving en milieu in de gemeente. Gedurende het integriteits-onderzoek is de portefeuille handhaving waargenomen door de burgemeester en zijn portefeuille milieu door een andere wethouder. Het zonder vergunning aangelegde mestbassin van de wethouder had ook gevolgen voor zijn collega. Hij had vertrouwelijke informatie gelekt. Een controleur wilde van de omgevings-dienst het bedrijf van de wethouder bezoeken. Toen de andere wethouder dat hoorde, heeft hij dat bericht doorgegeven aan zijn partijgenoot-wethouder. Daardoor wist betrokkene op dat moment wat de politie had geconstateerd ten aanzien van de aanleg van zijn mestbassin.

Opvattingen wethouder De wethouder nam afstand van de uitspraken dat hij niet integer heeft gehandeld maar stapte toch op, nog voordat de raad daarover met de wethouder van gedachten kon wisselen. De andere wethouder heeft excuses aangeboden, maar stapte niet op.

Conclusie RA Er is sprake van de schijn tegen. De wethouder had een persoonlijke aanvraag ingediend die onder verantwoordelijkheid van hem moest worden beoordeeld en moest worden afgegeven of geweigerd. Dat was niet kies. De andere wethouder heeft excuses aangeboden, omdat hij de vertrouwelijkheid had geschonden. Dat siert hem. Als portefeuillehouder is er sprake van de verplichting tot vertrouwelijkheid. Slechts is bijzondere gevallen mag daarvan afgeweken worden: als integriteit daarom vraagt. Scholing over integriteit heeft hier ook duidelijk ontbro-ken.

Oplossing Er kan sprake zijn van een afweging tussen iemands persoonlijk belang en het algemeen belang in zijn of haar wethouders-portefeuille. Dan is het zaak dat iemand anders in het college deze aanvraag afhandelt. Uiteindelijk zijn, hangende het onderzoek, ook deze onderdelen uit de wethouder zijn portefeuille gehaald. Maar toen was het al te laat. Dat had eerder moeten gebeuren: bij het indienen van de aanvraag. En de aanvraag zelf maar beter door een zaakwaarnemer indienen. Het voordeel: dan zijn je beide handen schoon. Je zit als raadslid en bestuurder in een glazen huis. Dat stelt zware eisen aan het voorkomen van de schijn van belangenverstrengeling of de indruk van persoonlijk gewin. Het is raadzaam dat iemand anders een aanvraag namens jou als raadslid indient.

Niet-transparant handelen (“wiethouder”) en een verboden handeling bij dezelfde gemeente.

  1. Een wethouder neemt het niet zo nauw met de opsomming van zijn neven-werkzaamheden. Hij verzuimd opgave te doen van het bestuurslidmaatschap van een koffieshop die buiten het grondgebied van de gemeente ligt. Hij blijkt accountant te zijn voor deze stichting waar hij zelf deel van uitmaakt..
  2. Een raadslid van diezelfde gemeente heeft als functionaris van een firma werkzaamheden voor de gemeente geleverd. Dat is een verboden handeling ingevolge de Gemeentewet. Je mag nog geen potlood aan de gemeente verkopen.

Commentaar RA ten aanzien van 1. Je mag van een (toekomstig) raadslid of wethouder verwachten dat hij of zij volledig open en transparant is als het gaat om zijn of haar nevenwerkzaamheden. Blijkt dat hij dat niet is en betrokkenen is raadslid of wethouder dan past de rode kaart. Een beetje integer kan niet. Van de ondersteuner van de gemeenteraad, de griffier, mag een proactieve rol worden verwacht. Dus doorvragen bij de raadsleden of ze alles hebben opgegeven. Controleren kan hij dit niet. Je kunt niet iets controleren wat er niet is.. Het is aan de politiek om consequenties te trekken.

Commentaar RA ten aanzien van 2. Je mag als een raadslid als persoon en als onderdeel van de onderneming geen overleg plegen met de gemeente waaraan je levert, in welke vorm dan ook. Hij of zij mag het contract ook niet ondertekenen namens de firma. Ook hier is de oplossing om een zaakwaarnemer voor deze gemeente in te zetten die ook tekeningsbevoegd is. Voor alle andere gemeenten mag het betrokken raadslid wel de besprekingen voeren en de opdracht ondertekenen. Je moet dat dus binnenskamers goed regelen. Als het leveren van de onderneming ooit in een commissie aan de orde komt dan geldt voor het raadslid: blijf daar van weg, ga desnoods even de gang op bij dit agendapunt en ga in de fractie ook geen discussie aan of deelnemen aan beraadslagingen hierover. Neem ook niet deel aan stemmingen hierover. Je wordt geacht je van stemming te hebben onthouden, dus laat dat dan ook zien door even de commissie- of raadszaal uit te gaan.

 

Mijn eerste blog

Mijn eerste blog

Beste volgers,
Dit is mijn eerste blog. Het is wel even wennen maar och het uitleggen is eigenlijk hetzelfde als een groep toespreken. Mijn eerste treden op het blogpad is een eerste kennismaking.
Ik zal blogs schrijven over integriteit. In hapklare brokken. Het werkschema is als volgt. Een inleiding: wat integriteit is en wat het niet is. Daarna: hoe krijg je als persoon integriteit tussen je oren. Waar moet je dus op letten. Wat moet je doen en wat moet je niet doen. Het derde en vierde blog gaat over (elkaar) aanspreken. Hoe doe je dat en waarom doe je dat. Een methode om tot gesprek te komen zal ik aanstippen. Waardoor je zelf er mee aan de slag kunt gaan. Het vijfde en zesde blog gaat over tegenspreken, het hoe en waarom en de toegepaste methode om invloed uit de (gaan) oefenen. Immers geen tegenspraak zonder invloed. De methode heet overigens de Roos van Leary.
Benieuwd geworden? Hou de facebookpagina van Integriteit in de Achterhoek in de gaten. Mocht je vragen of opmerkingen hebben? Neem gerust contact op. En je weet het is allemaal pro deo! Met integere groeten, Rein Annema Gepensioneerd Integriteitsmanager
LinkedIn
Share