Selecteer een pagina
Integriteit in de dagelijkse (beroeps-)praktijk

Integriteit in de dagelijkse (beroeps-)praktijk

Integriteit in de praktijk van alledag.

Woord vooraf.
Vandaag behandel ik in dit blog hoe je nu omgaat met integriteit in de (beroeps)praktijk.
Passages in dit blog zijn ontleend aan een boek van Edgar Karssing met de titel “integriteit in de beroepspraktijk”. Dit boek heb ik in een eerder blog beknopt als boekbespreking aangeprezen. Omdat het boek niet meer in de handel is, kies ik er nu voor mijn blog te larderen met passages uit dat boek. Overigens is Edgar nog steeds actief in de (sociale) media. Hij is Hoogleraar Filosofie, Beroepsethiek en Integriteitsmanagement bij de Nijenrode Business Universiteit.

Ik begeef me met deze blog op het kruispunt van theorie en praktijk.

Wat is integriteit en wat is het doel van integriteit?
Integriteit is een manier van (samen-)leven. Het huis van de Integriteit bevat vele kamers. Maar uiteindelijk beslaat integriteit twee perspectieven: het maatschappelijke en het persoonlijk perspectief. Met het brede begrip integriteit wordt een ambtenaar of bestuurder uitgenodigd zichzelf de vraag te stellen doe ik mijn werk goed? We hebben dan te maken met rechtvaardigheidsgronden en zorgvuldigheidseisen.

Wat is een goede houding? : betrouwbaarheid (vanuit maatschappelijk perspectief).
A. Standvastigheid: rug recht houden.
Exemplarische voorbeelden van integere mensen,  zoals Socrates, Galilei, Luther, Ghandi, King en Mandela zijn mensen die hun rug recht hielden bij grote tegenspoed.
B. Vertrouwen: in het belang van de rechtstaat en democratie.
Oud PvdA-minister Dales heeft nadrukkelijk aandacht gevraagd voor integriteit bij de overheid. Zij gebruikte het begrip  vertrouwen om het belang van integriteit te onderbouwen. Van haar is het credo: een beetje integer bestaat niet. Zonder vertrouwen geen democratie.
C. Moreel handelen.
Er zijn morele normen, juridische normen en sociale normen die in acht moeten worden genomen
D. Afleggen van verantwoordelijkheid over het handelen of niet-handelen.

Wat is de zorg voor de eigen integriteit?: morele zelfsturing (vanuit persoonlijk perspectief)
Daarbij is de vraag welke richtsnoeren reflecteren op en leven naar de eigen opvattingen en morele overtuigingen.
A. Identificeren
De beroepsbeoefenaar herkent en erkent de verantwoordelijkheid. Hij of zij identificeert zich met de verantwoordelijkheid die men heeft en de morele overtuiging en handeling.
B. Balanceren
Integere beroepsbeoefenaren zoeken een evenwichtige balans tussen soms conflicterende rollen, morele overtuigingen en verantwoordelijkheden.
C. Beschermen
Het gaat hierbij om het beschermen van het morele zelfbeeld tegen ongewenste inbreuken.

Integriteitsbeleid
Het integriteitsbeleid bestaat uit instrumenten en maatregelen om een verantwoorde beroepsuitoefening te bevorderen. Er zijn vijf dimensies om het integriteitsbeleid te typeren:
A. Het beleid moet geïntegreerd zijn in alle activiteiten en geniet brede ondersteuning.
B. Er moeten voldoende instrumenten zijn waarmee het beleid vorm wordt gegeven.
C. het begrip integriteit moet zowel gaan om machtsmisbruik als om machtsgebruik
D. Het beleid moet effectief zijn: wat zijn de resultaten van het beleid. Onderzoek daarna wordt vaak vergeten.
E. Het beleid moet staan voor betrouwbaarheid door middel van beheersing en controle aan de ene kant en morele zelfsturing aan de andere kant. Perspectief maatschappij en individu. (Zie boven).

Kanttekeningen bij Integriteit.
Integere beroepsbeoefenaars zijn moreel feilbaar. Met integriteit worden bovengenoemde richtsnoeren verwoord voor denken, voelen en doen. Men is niet feilbaar, omdat dan het onmenselijke wordt verwacht. Fouten maken is menselijk, morele fouten maken is net zo menselijk.

Integere beroepsbeoefenaren proberen wel fouten te voorkomen. Men moet dus serieus nadenken over wat in een bepaalde situatie gepast is. Dat kan door zelfonderzoek, maar het kan ook dmv collegiaal overleg/moreel beraad. Een beslissing is na rijp beraad met collega’s breder, rijper, dieper en beter verdedigbaar.

Tot slot/verantwoording.
Tot slot van dit blog de mededeling dat vele passages in dit blog (in aangepaste vorm) hun basis vinden in het boek “Integriteit in de beroepspraktijk” van Edgar Karssing. Normaalgesproken zou ik daarover een boekbespreking in een blog opnemen. Dat kan nu niet meer omdat het boek niet meer te koop is. Vandaar dit blog met een wat uitgebreide maar summiere beschrijving van hetgeen Edgar eerder in 2006 heeft opgeschreven. Niet alles heb ik behandeld omdat een blog  zijn beperkingen heeft. Schrijven is schrapen en alleen een beperkte samenvatting is voor een blog geschikt.

Nog meer weten over integriteit? Zie daarvoor eerdere blogs op mijn website www.integerheuvelland.nl
Daar kunt u ook door middel van het contactformulier uw vragen of opmerkingen plaatsen.

Deugdethiek en integriteit.

Deugdethiek en integriteit.

Achtergronden en aanbevelingen bij (deugd)ethiek en  integriteit*

Inleiding
Vandaag een blog over deugdethiek en integriteit. De deugdethiek kan bijdragen aan bevordering van integriteit. Het geeft menselijk (samen)leven ideeën over de wijze waarop menselijk handelen ten goede is te veranderen.
Het gaat bij deugdethiek niet alleen om het zich houden aan regels of gedragscodes, maar ook om het bereiken van een doel en het excellent functioneren. Mensen kunnen groeien in integriteit. Dat kun je stimuleren. Het ethisch handelen en daarmee de mate van integriteit in een organisatie kan worden beïnvloed en bevorderd. Deugdethiek is er niet op uit het slechtste op te sporen en te bestraffen, maar wil vooral het goede benadrukken.

De moeilijkste keuzes bij integriteit zijn niet de keuzes tussen goed en kwaad maar de keuzes tussen goed en goed. Dat vraagt om nadere uitleg.
Keuzes tussen goed en kwaad zijn fraude, corruptie, zelfverrijking ed.
Bij integriteitskeuzes tussen goed en goed zijn er keuzes waarbij waarden om de voorrang strijden en alle in beginsel goed zijn. We bevinden ons dan in het grote grijze gebied tussen fraude, corruptie etc enerzijds en maatschappelijk geaccepteerd gedrag anderzijds. In dat gebied is het niet op voorhand duidelijk wat integer gedrag is en wat niet.

Integriteit en overheid.
Een democratische en rechtstatelijke overheid dient integer te zijn. Die eis speelt ook bij het bedrijfsleven een rol, maar zij geldt voor de overheid sterker omdat een integriteitsincident bij de overheid het vertrouwen schaadt van de burger in de gehele overheid. De gemiddelde burger maakt geen onderscheid tussen de verschillende overheden en overheidslagen. Daarnaast speelt een rol dat de burger voor diverse zaken alleen maar bij de overheid terecht kan: de overheid monopolie.

Kerndeugden: vier kardinale deugden
Er zijn enkele kerndeugden die altijd nodig zijn voor goed menselijk handelen. Deze vier kardinale deugden zijn kwaliteiten waarop mensen gericht behoren te zijn. Het begrip integriteit is vanuit deze deugden beter te begrijpen.

Moed is de deugd die je nodig hebt om te doen wat je moet doen, juist als er weerstanden of gevaren dreigen.
Verstandigheid is de deugd die het algemene doel naar de concrete situatie vertaalt. Je moet de blik gericht zijn op het uiteindelijke doel, zonder daarbij de de oren en ogen te sluiten voor de omstandigheden van het moment. Maat is de deugd die gaat over het omgaan met emoties, zoals het verlangen naar eer, bezit en macht.
Rechtvaardigheid is de deugd die in ongelijke omstandigheden gelijkheid realiseert.

De deugdethiek in de praktijk/aan de slag
Bij ambtelijke integriteit is de deugdethiek een eigenschap van een ambtenaar die in een publieke functie zijn handelen en waarnemen daarop baseert.
Vanuit de theorie zijn er een aantal praktische aanbevelingen waarmee men in organisaties aan de slag kan gaan.

  • Het (leren) elkaar aanspreken. Zie hiervoor mijn eerdere blogs.
  • Het goede voorbeeld geven als manager (voorbeeldfunctie)
  • Open en eerlijke discussiëren over handelingen en motieven
  • Het hanteren van het groene potlood in plaats van het rode potlood.
    Het gaat daarbij om het stimuleren van het goede bij integriteit.
  • Het regelmatig herhalen waardoor d.m.v. cultuurverandering integriteit structureel wordt bevorderd.
  • Ethische problemen bespreken op de werkvloer.

De tekst van dit blog is ontleend aan passages in het boek “Deugdethiek en integriteit” dat geschreven is door Marcel Becker, Paul van Tongeren, Alain Hoekstra, Edgar Karssing en Ron Niesen dat verscheen in 2010. Het boek is niet meer verkrijgbaar. Dat geldt ook voor de daarbij behorende dvd en het spel. Ook de website “integriteit deugt” is uit de lucht.
De schrijvers waren ten tijde van de publicatie van het boek verbonden aan diverse instituten en gerenommeerd op het gebied van integriteitsdilemma’s en de oplossingen daarvoor. Zij publiceerden toen regelmatig over integriteit, ethiek en bestuurlijk recht. Ook nu nog kunt u (een deel van) deze schrijvers aantreffen in de (sociale) media.

Wilt u mijn eerdere blogs nog eens teruglezen? Al mijn blogs vindt u op www.integerheuvelland.nl
Heeft u vragen of opmerkingen? stel ze gerust via het contactformulier op de website.

De Integriteitsfunctionaris: de schakel tussen top en basis.

De Integriteitsfunctionaris: de schakel tussen top en basis.

De integriteitsfunctionaris die niet mag ontbreken in een integere organisatie.

Inleiding
De integriteitsfunctionaris speelt een sleutelrol in het coördineren en implementeren van het integriteitsbeleid. ik ga in dit blog dieper in op zijn werkzaamheden. Aan actualiteit geen gebrek. De voorbeelden van (niets ) doen met) een melding geeft aan een dergelijke functionaris van het grootste belang is en hoe deze functionaris herkenbaar is in de organisatie. Bij het gaan werken in de organisatie moet er niet alleen een dergelijke functionaris zijn..  maar ook bekend zijn.
Daarom geef ik een aantal suggesties om ervoor te zorgen dat ook de integriteitsfunctionaris goed is ingebed in een integer organisatie.

De eindverantwoordelijkheid voor het integriteitsbeleid ligt weliswaar primair bij het management, maar de integriteitsfunctionaris vervult een zeer belangrijke rol bij het adviseren en ondersteunen van het management en bestuur. Met het aanstellen van een integriteitsfunctionaris maakt de organisatie tevens duidelijk dat het integriteitsbeleid belangrijk vindt en wordt de continuïteit van het thema geborgd.

De integriteitsfunctionaris vervult een taak bij het initiëren en agenderen van het integriteitsbeleid, het opstellen van een beleidsplan en het implementeren en handhaven van dat beleid. En adviseert bij het ontwikkelen, inhuren of inkopen van instrumenten als trainingen, workshops en discussiesessies. De belangrijkste bondgenoot van de integriteitsfunctionaris is het management. Het management is verantwoordelijk voor het voeren van integriteitsbeleid binnen de eigen organisatie.

Randvoorwaarden
Om zijn werk goed te kunnen doen heeft de integriteitsfunctionaris een duidelijke, goed omschreven positie in de organisatie nodig. Hierbij zijn de sleutelwoorden: invloed en onafhankelijkheid.
De integriteitsfunctionaris moet voldoende gezag hebben binnen de organisatie, zowel richting de ambtelijke en bestuurlijke top van de organisatie als richting managers en medewerkers. Tegelijkertijd moet de positie voldoende onafhankelijkheid waarborgen, waardoor de integriteitsfunctionaris een eigenstandige, zo nodig kritische, rol kan vervullen naar het management en naar de organisatie. Een goede beschrijving van de functie is dan ook nodig. Meer weten? Mail me maar (gratis dienstverlening).

Bij voorkeur zit de integriteitsfunctionaris zo dicht mogelijk bij degene die eindverantwoordelijk is, die integriteit in portefeuille heeft. Dit gaat nadrukkelijk verder dan functionele lijnen; het is belangrijk dat de integriteitsfunctionaris rechtstreeks toegang heeft tot de top. Het werk heeft raakvlakken met het werk van een controller in de organisatie. Vandaar dat ik er voor pleit om de integriteitsfunctionaris te clusteren met de controller vanwege aanbestedingen, Bibob, administratieve organisatie etc. Onafhankelijkheid en directe toegang tot de top is dan ook beter geregeld. Clustering maakt een aanstelling in deeltijd mogelijk. Minimaal 0,10 FTE voor kleine organisaties.

Woord vooraf: geen geweten van de organisatie
De integriteitsfunctionaris moet niet de functie van het ‘geweten’ van de organisatie op zich nemen. De integriteit van de organisatie is een verantwoordelijkheid van alle medewerkers van de organisatie, en zeker ook van het management van de organisatie. Aandachtspunt is dus dat de integriteitsfunctionaris ervoor zorgt dat de juiste mensen de juiste verantwoordelijkheden oppakken. De integriteitsfunctionaris moet wel benaderbaar zijn voor alle medewerkers, managers en andere functionarissen die een verantwoordelijkheid hebben met betrekking tot het invulling geven aan integriteitsbeleid binnen de organisatie.

Taken integriteitsfunctionaris
Taken van de integriteitsfunctionaris naast het opstellen, invoeren, uitdragen en actualiseren van een integriteitsbeleidsplan zijn:

  • het coördineren van de verschillende deelaspecten van het integriteitsbeleid;
  • het ontwikkelen, adviseren over, en op het juiste moment inzetten van integriteitsinstrumenten;
  • het verzamelen van kennis en expertise op het gebied van integriteit;
  • het leggen van een relatie tussen missie, integriteit, kerntaken en de primaire processen;
  • het geven van voorlichting, training en ondersteuning;
  • het voorkomen dat de aandacht voor integriteit niet te zeer een project op zichzelf wordt;
  • het afstemmen met de functionarissen of afdelingen die een rol spelen in het integriteitsbeleid of de uitvoering hiervan;
  • het integraal gevraagd of ongevraagd adviseren en rapporteren aan de ambtelijke en politieke leiding;
  • het monitoren of de gemaakte afspraken over integriteit worden nageleefd;
  • het centraal aanspreekpunt zijn op integriteitsgebied voor de gehele organisatie en de samenhang zoeken met de vertrouwenspersoon;
  • het verkrijgen van totaaloverzicht evenals het bewaken van samenhang en volledigheid;
  • het aanspreekpunt zijn bij integriteitsschendingen en meldingen.
  • het opstellen van een verantwoordingsrapportage over het gevoerde integriteitsbeleid, bij voorkeur als onderdeel van het jaarverslag bij een gemeente of provincie: paragraaf integriteit of onderdeel van de paragraaf bedrijfsvoering.

Voorwaarden
De voorwaarden voor het adequaat kunnen werken van de integriteitsfunctionaris zijn:

  • directe verantwoording aan het management;
  • onafhankelijkheid en voldoende bevoegdheden;
  • gezag en spin in het web;
  • kennisbank en netwerk;
  • voldoende middelen.

Taak duidelijk voor iedereen
Management en medewerkers moeten weten welke taken en verantwoordelijkheden de integriteitsfunctionaris heeft. De integriteitsfunctionaris dient zichzelf daarom in de organisatie te presenteren, bijvoorbeeld via een pagina op de intranetsite, via voorlichtingssessies, via de introductiebijeenkomst voor nieuwe medewerkers, via folders, vertrouwenspersoon en de ambtseed-sessie en via het gemeentelijk jaarverslag.

Succesfactoren
De integriteitsfunctionaris moet ervoor zorgen dat hij een factor is waar men niet omheen kan. Een belangrijke succesfactor hierbij is zijn herkenbaarheid in de organisatie. Andere kritische succesfactoren: houd je aan je rol, wees consequent, kordaat en eenduidig, geef concrete en handzame adviezen, geef zaken terug die niet bij je rol horen en zorg voor evenwichtige aandacht van het management voor je taken, professionaliteit, onafhankelijkheid, betrouwbaarheid, toegankelijkheid, authenticiteit (en niet roomser dan de paus zijn, niet veroordelen, niet hameren op de regeltjes, niet moraliseren) en vertrouwelijkheid.

 

Het gemis aan een aanspreekcultuur in de Tweede Kamer

Het gemis aan een aanspreekcultuur in de Tweede Kamer

Aanspreken een kwestie van cultuur: ook in de Tweede Kamer door een kamervoorzitter.

Inleiding
Recent onderzoek naar de integriteit van de oud-Tweede Kamervoorzitter Arib (Pvda) heeft uitgewezen dat zij een 9-tal medewerkers van de ambtelijke ondersteuning van de kamer aansprak met stemverheffing bij tegenspraak. De vraag is of dit niet-integer gedrag is.

Veilige werkplek op basis van goed werkgeverschap en grensoverschrijdend gedrag.
Allereerst mijn stelling dat er altijd een veilige werkplek moet zijn. Dat zijn regels op grond van goed werkgeverschap. Daarnaast kennen we natuurlijk regels van fatsoen. Het kan zijn dat de waan van de dag leidt tot een benadering die daar verre van staat. De vraag is of hier grensoverschrijdend gedrag aan de orde was.
Het met stemverheffing benaderen van medewerkers is geen grensoverschrijdend gedrag.
Grensoverschrijdend gedrag is gedrag waarbij de persoonlijke grenzen van een ander wordt overschreden. Dit kan verschillende vormen aannemen, zoals fysieke aanrakingen zonder toestemming, seksuele intimidatie, verbaal geweld, stalking, discriminatie, pesten, bedreiging en geweld.

Al hebben we te maken met niet- grensoverschrijdend gedrag, de medewerker kan dit wel zo beleven. Zoals ik eerder in mijn blog over tegenmacht heb gesteld (minister van onderwijs, de voorzitter van de Eerste Kamer en de Commissaris van de Koning in Gelderland) dienen dergelijke gedragingen richting personeel via tegenmacht te worden voorkomen en bespreekbaar gemaakt te worden. En daar hoort ook bij dat je zorgvuldig om gaat met het goud in de organisatie: je medewerkers. Kwetsbaar opstellen van de voorzitter van de Tweede Kamer, het is niet iedereen gegeven, hoort daar ook bij :een cultuur van goed zorgvuldig aanspreken  Zie daarvoor mijn eerdere blog over aanspreken en tegenspreken.

Nu terug naar mijn vraag. Is er sprake van grensoverschrijdend gedrag, een niet-veilige werkomgeving en daardoor van niet -integer handelen?

Wat is integriteit?
Integriteit gaat niet alleen over: ‘je hebt de regels geschonden of niet’.
Integriteit gaat ook over gewenst gedrag en omgangsvormen – gezamenlijk zorgen voor een sociaal veilig werkklimaat. Op basis van wat nu naar buiten is gekomen kunnen we gevoeglijk aannemen dat de omgangsvormen van mevrouw Arib niet helemaal voldoen aan het criterium gewenste omgangsvormen van de medewerkers. Het heeft hen pijn gedaan en dat laat zijn sporen na.

Lange tijd werd de nadruk gelegd op de vraag of je tegen de regels had gehandeld of niet – zeg maar de ‘harde’ kant van het begrip integriteit. De laatste jaren zijn we meer aandacht gaan geven aan de ‘zachte’ kant van integriteit: hoe gaan we met elkaar om en wat vinden we daarin wel en niet acceptabel.

Dan gaat het om meer dan medewerkers met stemverheffing benaderen. Als we dat al als niet-integer handelen zouden betitelen dan spreken we meer over integritisme: De neiging om de grenzen van wat we onder integriteit verstaan te veel op te rekken. Als iemand fouten  maakt, heeft dat niet meteen met zijn integriteit te maken. Bij integriteit gaat het om de kern van de vraag of je daden moreel deugen of niet.

Conclusie
Het gedrag (met stemverheffing spreken) is af te keuren, maar is geen grensoverschrijdend gedrag en kan daarom niet als niet-integer worden gekwalificeerd.
Aan scholing op het gebied van aanspreken en tegenspreken lijkt echter in de casus te hebben ontbroken. Uit het onderzoek zou dat de belangrijkste conclusie en aansporing moeten zijn. Onder het motto “zo doen we dat hier (niet)”.
Ook zou de vraag kunnen worden gesteld hoe je omgaat met anonieme brieven bij  vermeende klachten en de zorgvuldigheid richting personen die het onderwerp van onderzoek zijn. En u weet niet-zorgvuldig is niet-integer.

Integriteit en bestuur gaan best samen.

Integriteit en bestuur gaan best samen.

Integriteit ontstaat waar openheid en een open vizier de regel is. Dan gaat het nog niet vanzelf.

Integriteit is  nooit van zelfsprekend. Wijziging van de cultuur in de organisatie is noodzakelijk. Mensen moeten getraind worden in integriteit. Ook moeten we mensen, al dan niet publiekelijk, bij de les houden. Aanspreken en tegenmacht organiseren hoort daar dus ook bij. Naast regelgeving, functionarissen in de organisatie, (integriteitfunctionaris en meldpunt/vertrouwenspersoon integriteit). Ook een klokkenluidersregeling behoort tot deze toolbox.

Ook het opnemen van het onderwerp integriteit in de planning-en controlcyclus (paragraaf integriteit bij begroting, tussentijdse rapportages en jaarrekening/jaarverslag) biedt de gewenste openheid en de (interne) controletaak van de gemeenteraad of provinciale staten van de provincie. Daarbij is reeds jaren de burgemeester c.q. de commissaris van de koning/de gouverneur hoeder van de integriteit in deze organisaties.

Een goede raad of goede staten roept hen (liefst binnen de procedures en niet bij een vermoedelijk probleem) ter verantwoording. In het belang van de democratie.

Meer weten over integriteit? Bezoek dan mijn website www.integerheuvelland.nl

 

Tegenspraak: de actualiteit

Tegenspraak: de actualiteit

Blog Tegenspraak/tegenmacht

Vandaag behandel ik in dit blog het organiseren van tegenspraak in de organisatie, in het kader van tegenmacht.  Dit item was eerder actueel vanwege de omgangsvormen van de opgestapte VVD-minister van onderwijs en de voorzitter van de Eerste kamer (overigens ook een VVD-er). Nu ligt o.a. de Commissaris van de Koning in de provincie Gelderland (overigens een CDA-er)onder vuur. Er zou een angstcultuur heersen in het provinciehuis. De CDK  herkent zich niet in deze aantijging. Hij vindt zich een man met visie die hij ook uitdraagt. 

Tegenspraak: nuttig en noodzakelijk bij “mensen met visie”.
Als je gaat voor een visie wil dat nog niet zeggen dat je die visie er door drukt.
Op zijn minst laat je nu een onafhankelijk onderzoek doen naar de aantijgingen.    

Medewerkers hebben de plicht tegen te spreken
Van ambtenaren wordt verwacht dat zij loyaal zijn aan de bestuurder. Het bieden van tegenspel, mits dat binnenskamers gebeurt, hoort daar naar mijn mening bij. Ambtenaren hebben namelijk de plicht de bestuurder  tegen te spreken, als zij denken dat een beslissing niet-integer is of desastreus zal uitpakken. Ik verwijs ook naar mijn eerdere blog die gaat over een integer beleidsadvies. Maar ook al roepen bestuurders nog zo hard dat ze niet omringd willen worden door jaknikkers, in de praktijk kan het bieden van tegenspraak lastig zijn. Omdat de ontvanger er niet op zit te wachten, ook omdat er “horken” aan het bewind kunnen zijn, ofwel omdat de informatie die de ambtenaar verstrekt vervelend nieuws bevat, ofwel omdat je niet zeker bent van je zaak. Wat tegenspreken spannend maakt zijn de machtsverhoudingen: de persoon die je tegenspreekt is tegelijk degene die jou kan maken en breken. Tegenspraak geven is belangrijk voor het functioneren van een organisatie.

Of dat nu een gemeente, ministerie, of een provincie Gelderland is. Of dat nu gebeurt in de hoogste regionen of op de werkvloer. Medewerkers moeten zich vrij voelen om tegen te spreken en – niet onbelangrijk – de ontvangers van tegenspraak moeten daar ook voor openstaan. Tegenspreken gaat niet vanzelf. Het is iets wat je moet leren en vooral veel moet oefenen. Maar het belangrijkste is dat tegenspreken even normaal wordt als ja-knikken.

Soms is het als bestuurder of manager lastig omgaan met een medewerker die tegenstribbelt. Met een ambtenaar die gemotiveerd tegenstribbelt zou je eerder blij moeten zijn. Een georganiseerde tegenspraak leert bestuurders, managers en andere medewerkers namelijk een debat te voeren. Argumenteren en uitleggen waarom men iets vindt. En het leren omgaan met contra-argumenten alsmede respect voor afwijkende opvattingen. Weliswaar een grondbeginsel in een vrije democratie, maar niet altijd gerespecteerd binnen (bestuurlijke) organisaties. Bij sommige gebeurtenissen in de recente historie is tegenspraak veronachtzaamd. Niet voor niets is bij de Nederlandse Bank tegenspraak ingevoerd. Managers bij banken, woningcorporaties en overheidsorganisaties verzamelden alleen maar jaknikkers om zich heen waardoor reflectie en een kritisch blik op hun (politieke) inzichten en voornemens bij voorbaat uitgesloten was.

Tegenspraak in de tool box van de bestuurder of manager
Zonder rekening te houden met deskundige en gemotiveerde tegenspraak kan dat tot catastrofes leiden. Het is daarom alleszins de moeite waard om tegenspraak te organiseren en aan te moedigen. Een uitstekende bestuurder of manager kan nooit succesvol zijn als niet een paar talenten hem  behoeden voor fouten. Door hem regelmatig bij de les te houden. Wel lastig, maar o zo nuttig. Hij organiseert zelf die tegenspraak door kritische mensen om zich heen te verzamelen die niet op een hun mondje zijn gevallen.

En zorg ervoor dat dit een onderdeel is van de organisatiecultuur en het aanstellingsbeleid. Tegenspraak mag van jongs af aan daarom niet ontbreken in de tool box van de bestuurder of manager. Hij moet dus open staan voor deze adviezen en goed afwegen wat hij wil en of hij zijn eerder (vooringenomen) standpunt al dan niet laat varen. Met tegenspraak wordt de kwaliteit van de besluitvorming in organisaties verbeterd. Dat voorkomt wellicht imagoschade, belangenverstrengeling en het aftreden van bestuurders en ambtenaren, waar de burger uiteindelijk voor opdraait.

Ik kom na bovenstaande beschouwingen tot de volgende voordelen en nadelen van tegenspraak en de randvoorwaarden bij tegenspraak die zijn ontleend aan het boek “Tegenspraak: hoe je beter wordt van dwarsliggers” van Peter van Lonkhuyzen.

Wat zijn de voordelen van tegenspraak
De werkverhoudingen en de cultuur verbeteren. Er is meer draagvlak voor besluiten. Blunders worden voorkomen waardoor de kwaliteit van de besluiten verbetert. Tegenspraak geeft een kritische blik op de voorstellen: het houdt je dus scherp. Er is een betere motivatie. Door open te staan voor kritiek wordt je er beter van. De communicatieve vaardigheden van de manager kunnen verbeteren. Kan bevestiging van en zekerheid over besluiten opleveren. Geeft veiligheid als meer mensen over de zaak hebben meegedacht. Leidt tot meer werktevredenheid en meer aantrekkingskracht als werkgever.

Naast voordelen zijn er ook nadelen

Vraagt een investering in tijd en energie. Kan de processen verstoren. Wordt als weerstand gezien. Als je al een eind op weg bent dan is tegenspraak lastig als daardoor andere keuzes moeten worden gemaakt. Creëert verwachting dat het personeel altijd mee mag praten en beslissen en op de stoel van de baas kan zitten.

Er gelden randvoorwaarden bij tegenspraak
De manager of bestuurder dient zich kwetsbaar op te stellen. De manager of bestuurder moet een sfeer creëren waarin medewerkers hun zegje durven te doen. Anderen moeten leren hun mond open te trekken: training en permanente scholing is gewenst. Hierbij mag kennis en toepassing van de roos van Leary, een methode om invloed uit te oefenen, niet ontbreken. De stelregel is dat je tegenspraak moet geven; je wordt er op afgerekend als je dat niet doet. Je moet afspraken maken als je het niet eens wordt. Er is openheid over relevante onderwerpen en iedereen mag zijn zegje doen. Je moet gefundeerde vragen stellen, om ervoor te zorgen dat iemand een open blik houdt. Het moet verankerd zijn in de afdelingsagenda, in een ritme waarvan niet afgeweken wordt. Het proces moet apart worden belegd waardoor deelnemers weten dat er een bijzondere situatie bestaat. Tijdens deze aparte sessie, buiten het regulier werkoverleg, mogen daardoor onbelemmerd, maar met respect, op- of aanmerkingen worden gemaakt.

LinkedIn
Share