Selecteer een pagina
Boekbespreking Moraal van de Macht

Boekbespreking Moraal van de Macht

Boekbespreking  “Moraal van de Macht”.
Inhoud: Historisch portret van de integriteit van de staat
Schrijver Prof. Dr. Hans van den Heuvel
Uitgeverij Walburg Pers
ISBN-nummer 978-90-5730.692-1

Inleiding
Vandaag een blog over een boek dat in het kader van integriteit, niet mag ontbreken in de integriteitsbibliotheek van gemeentebestuurders, provinciebestuurders, ministers, (integriteits)managers, toezichthouders, (leden) van de ondernemingsraden en overige medewerkers van een (overheids-)organisatie die willen bijdragen aan een integere organisatie.

Een woord vooraf
In een boekbespreking kan ik alleen met een beknopte inhoudsopgave volstaan en de meest zinvolle  conclusies verwoorden. Het doel van dit blog is immers om de lezer te stimuleren om het boek, al dan niet elektronisch, ter hand te nemen voor nog meer interessante feiten.

Beschrijving van het boek
De schrijver van het boek wordt ook wel de integriteitsprofessor genoemd. Hij heeft meerdere malen onderzoek verricht naar (vermeende) integriteitsschendingen bij gemeenten.

Het boek, dat rijk geïllustreerd is, verhaalt over corruptie en fraude, vriendjespolitiek en belangenverstrengeling in het openbaar bestuur gedurende vijf eeuwen. Tegelijkertijd geeft het zicht op de grenzen tussen goed en kwaad en hoe die door de tijd heen verschoven. Het is een lange staatkundige geschiedenis die wordt getekend door de emancipatie van de samenleving en door de toegenomen greep van de burger op het openbaar bestuur. Met andere woorden het boek maakt een tocht door de geschiedenis om de morele cultuur van de macht in kaart te brengen.

In het boek komen de volgende hoofdstukken aan de orde:
-Onomkoopbaar, godvrezend en betrouwbaar
-Rijkdom, afkomst en macht
-De ene dienst is de andere waard
-Fatsoenlijk en onbaatzuchtig besturen
-Legaliteit, Legitimiteit en integriteit

Wat vroeger in het openbaar bestuur tot de gangbare praktijk behoorde – vriendendiensten, geschenken, het bevoordelen van familieleden,- is in onze samenleving zo goed als uitgebannen. Op een voor iedereen toegankelijke wijze geeft van den Heuvel inzicht in de integriteit of het ontbreken daarvan in voorbije eeuwen. Met het boek neem je ook onze vaderlandse geschiedenis mee.  Vanuit een bepaald perspectief wordt gekeken naar de ontwikkelingen in  Nederlanden.

Het laatste hoofdstuk neemt ons mee naar de 20e eeuw. Waarbij de lockheedaffaire, de affaire rondom burgemeester Leers en de opvatting van oud-pvda-minister van Binnenlandse Zaken Ien Dales over integriteit (een beetje integer bestaat niet) aan de orde komen.

Het boek besluit met een laatste zin die ik hier als afsluiter citeer: “De norm van wat integer bestuur is, bepalen wij als samenleving zelf, bepaalt de publieke moraal. De burger is dichterbij dan ooit tevoren”.

De waarde van het boek
De waarde van het boek is dat het boek een goed inkijkje geeft in de keuzes tussen goed en fout in vijf eeuwen geschiedenis; van de 17e eeuw tot en met de 21e eeuw. Het boek verhaalt niet alleen over corruptie en fraude, vriendjespolitiek en belangenverstrengeling in het openbaar bestuur. Het laat ook zien dat in elke tijd de moraal als een grens fungeerde om excessen te voorkomen en zaken in balans te houden. Helaas in 2022 nog steeds actueel.

Volgens de integriteitsleer het volgende.
“Het overheidsgezag en het overheidshandelen dient een maatschappelijk draagvlak te hebben. Daarnaast moet het gebillijkt worden door burgers en moet het getuigen van rechtvaardigheid en proportionaliteit. De uitvoering moet maatschappelijk aanvaardbaar zijn. Het is deze maatschappelijke steun die mede het vertrouwen in de overheid bepaalt”

Conclusie
Het boek is  voor een geschiedenisboek  zeer toegankelijk  geschreven. Mensen die geïnteresseerd zijn in het openbaar bestuur kan ik dit boek aanbevelen. Het is leerzaam en de vertelkunst van van den Heuvel brengt je gemakkelijk terug naar de grenzen van goed en fout in vorige eeuwen. Het boek leert je als “bijproduct” meer over onze geschiedenis. Mijn eindoordeel: een 9. 3 sterren.

Wilt u de tekst van mijn  eerdere blog nog eens teruglezen? Al mijn blogs vindt u op www.integerheuvelland.nl. Wilt u de tekst via mail toegezonden krijgen of wilt u vragen of opmerkingen stellen, mijn mail-adres is integriteitinhetheuvelland@gmail.com

*De schrijver was op het moment van het verschijnen van het boek, werkzaam als bestuurskundige en verbonden aan de onderzoeksgroep Integriteit van Bestuur van de VU in Amsterdam. Thans is hij met emeritaat.

Aanspreken en aangesproken worden

Aanspreken en aangesproken worden

Harmonie en stekelig gaat best samen vandaar deze foto.

Vandaag geef ik praktische tips bij aanspreken en aangesproken worden bij ongewenst gedrag. Dat ongewenste gedrag op de werkvloer en een veilige werkomgeving staat vandaag de dag in de belangstelling.

Aanspreken is vaak lastig maar levert hopelijk wel een goed resultaat op: je collega legt uit waarom zijn gedrag toch gepast is. Dat kan, mogelijk heb je de situatie verkeerd ingeschat omdat je niet alles ziet. Of je collega geeft aan dat je gelijk hebt en verandert zijn gedrag.

De Ik-boodschap in plaats van de Jij-boodschap

Elkaar aanspreken gaat vaak mis doordat de aangesprokene zich aangevallen voelt. De kunst van het aanspreken is dat je een ik-boodschap geeft en geen jij-boodschap. Een ik-boodschap is een uitspraak over jezelf. Daarmee voorkom je dat je de ander kleineert. Met een jij-boodschap geef je aan dat de ander fout is: ‘Jij denkt alleen maar aan jezelf en daarom moet ik nu na vijf uur doorwerken’. De jij-boodschap impliceert een goed-fout schema: ik ben goed en jij bent fout. Misschien is dat waar, maar je laat de aangesprokene weinig ruimte om zich anders dan defensief op te stellen. Jij-boodschappen roepen het beeld op van het belerende en moraliserende vingertje en dat leidt vaak tot defensieve reacties. Met een ik-boodschap maak je je ongenoegen kenbaar, maar geef je de ander ruimte om uit te leggen waarom hij denkt dat hij goed zit. Het is geen directe aanval op de ander. Een ik-boodschap is een boodschap die jij uitzendt over hoe je iets beleeft. Je vertelt de ander hiermee op een eerlijke, open en duidelijke manier wat zijn gedrag voor je betekent en wat je gevoelens daarbij zijn.

De opbouw van een ik-boodschap: 

  1. Benoem het gedrag van de ander zonder daar een waardeoordeel over uit te spreken;
  2. Benoem het gevoel dat dit bij je oproept;
  3. Benoem de reden voor je gevoel.

Voorbeeld:

  1. ‘Je komt geregeld te laat op de werkbesprekingen’
  2. ‘Dat irriteert me’
  3. ‘Omdat we dan met zijn vieren voor niets zitten te wachten’

Voorbeeld:

  1. ‘Je praat steeds heel hard door de telefoon’
  2. ‘Ik vind dat vervelend’
  3. ‘Ik kan me daardoor niet concentreren’

 

   

Bij jij-boodschap …

✓   Verwoord je je eigen gevoel niet

✓   Leg je de schuld bij de ander en veroordeel of beoordeel je hem

✓   Doe je alsof de ander expres geen rekening met je houdt

✓   Spreek je de ander aan alsof hij een kind is

✓   Gevolg: de ander zal zich schuldig of boos voelen of in de verdediging gaan

 

Bij ik-boodschap …

✓   Zeg je eerlijk wat je denkt en voelt, geef je aan dat het probleem bij jezelf ligt en veroordeel je de ander niet.

✓   Schrijf je de ander geen (negatieve) karaktertrekken toe.

✓   Spreek je de ander aan als volwassene.

✓   Gevolg: je wekt minder weerstand en boosheid bij de ander en je geeft de ander de ruimte om zijn eigen verhaal te vertellen

Schema aanspreken en aangesproken worden

In onderstaand schema geef ik de 7 stappen weer die in een aanspraakgesprek aan de orde dienen te komen. 7 stappen voor degene die aanspreekt en 7 stappen voor degene die aangesproken wordt. Het credo hierbij is blijf oefenen! In trainingen gaf is deze stappen op een briefje aan de cursisten. Op een A5-je aan de voorkant aanspreken en aan de andere kant aangesproken. Tenslotte kun je soms aanspreken en soms aangesproken worden.

Woord vooraf: respectvol handelen is de stelregel

Voor mensen die aanspreken geldt het volgende.

Mensen die worden aangesproken, reageren soms heel defensief: ze gaan zich meteen verdedigen, ze ontkennen, ze wijzen naar anderen of ze lopen gewoon weg. Dat is allemaal niet nodig, mits de aanspreker de hoofdregel in acht neemt: behandel de ander met respect en laat hem in zijn waarde. Stel je open en eerlijk op, luister en geef je collega de ruimte om fouten toe te geven en excuses aan te bieden. Spreek niet op verwijtende toon. Zorg ervoor dat het een open gesprek blijft waarin je niet jouw wil wilt opleggen. Respect is geen garantie voor succes. Je collega kan nog steeds boos worden of weglopen. Maar de kans op een succesvol gesprek wordt veel groter. En je collega heeft dan eigenlijk ook geen goede redenen om zich defensief op te stellen. Respect is geen trucje en ook geen stap in het gesprek. Het gesprek begint en eindigt met respect en het moet voortdurend aanwezig zijn. Bij iedere stap, bij iedere uiting. Respect gaat daarom vooraf aan het gesprek. Als je denkt dat je geen respect voor je collega kunt opbrengen, heb je een heel ander probleem. Dat probleem laat zich niet oplossen met een aanspreekgesprek.

Voor mensen die aangesproken worden geldt het volgende.

Mensen die worden aangesproken, reageren soms heel defensief: ze gaan zichzelf meteen verdedigen, ze ontkennen, ze wijzen naar anderen of lopen gewoon weg. Dat is helemaal niet nodig. Ga ervan uit dat de collega die jou aanspreekt dit ook moeilijk vindt. En dat hij de hoofdregel kent: respect. Dat betekent dat hij je niet wil veroordelen, maar dat hij je iets wil vertellen waar je waarschijnlijk iets van kunt leren. Stel je daarom open en eerlijk op, luister goed en vraag door als je iets niet begrijpt. Emoties zijn zeker niet verboden, maar laat je er niet door leiden: benoem ze en geef je collega de ruimte erop te reageren. Voel je toch dat je ‘dichtslaat’, vraag je collega dan of jullie het gesprek op een ander moment kunnen voortzetten. Maak onderscheid tussen het onderwerp waarop je wordt aangesproken en de manier waarop je wordt aangesproken.

7 stappen bij Aanspreken
Stap 1. Benoem het doel van het gesprek
Stap 2. Beschrijf de waarneming
Stap 3. Vertel welk effect het gedrag heeft op jezelf door middel van de ik-boodschap (zie hierboven)
Stap 4. Geef de ander ruimte om te reageren en controleer of de boodschap is overgekomen
Stap 5. Zoek samen naar alternatieven
Stap 6. Maak afspraken voor het vervolg
Stap 7. Bedank je collega

7 stappen bij Aangesproken worden
Stap 1. Accepteer het doel van het gesprek
Stap 2. Luister aandachtig
Stap 3. Probeer de ander te begrijpen en vraag door
Stap 4. Vat samen wat je hebt gehoord en hoe je de boodschap hebt begrepen
Stap 5. Vraag om suggesties of tips
Stap 6. Maak afspraken voor het vervolg
Stap 7. Bedank je collega

Tot zover
Nu staat niets meer in de weg om tot aanspreken over te gaan.
Mocht u nog vragen of opmerkingen hebben stel ze gerust via mijn mailadres integriteitinhetheuvelland@gmail.com

Waarom Aanspreken? Een kwestie van cultuur.

Waarom Aanspreken? Een kwestie van cultuur.

Waarom aanspreken? Een kwestie van cultuur.

In de ideale wereld zijn er geen problemen, doet iedereen wat hij moet doen en heeft  niemand last van een ander. Helaas, we leven niet in een ideale wereld. Soms heb je last van elkaar. Soms doen collega’s dingen die niet mogen, bewust of onbewust. Dan kun je je collega aanspreken. Vandaag staat daarom het onderwerp het hoe en waarom van aanspreken in dit blog centraal. 

Inleiding
Aanspreken is de meest directe manier om een collega te laten weten dat je graag zou willen dat hij zich anders gedraagt. Dat je last hebt van zijn gedrag. Of dat de organisatie, burgers of andere collega’s er last van hebben. Door elkaar aan te spreken kun je elkaar corrigeren, zodat het ongewenste gedrag ophoudt. Dat is in het belang van de medewerker(s), het team, de organisatie en uiteindelijk de burger c.q. de klant. Maar ook in het belang van een integere organisatie.

Wat is aanspreken?
Een collega aanspreken betekent dat je hem vertelt wat jij vindt van zijn gedrag, met als doel dit gedrag bij te sturen zodat hij zich in de toekomst anders gedraagt.

Veel mensen vinden aanspreken een vervelend woord dat alleen maar negatieve emoties oproept. Toch wil ik vastgehouden aan het woord aanspreken. In de eerste plaats omdat dit in veel gedragscodes over integriteit wordt genoemd. Daarnaast zijn er helemaal geen goede redenen om bij aanspreken alleen maar te denken aan negatieve en vervelende dingen. Aanspreken is namelijk een vaardigheid, die je kunt verbeteren door oefening en door toepassing in de praktijk. Wanneer je die vaardigheid onder de knie hebt, zul je vanzelf zien dat elkaar aanspreken helemaal niet vervelend hoeft te zijn.

Waarom is aanspreken belangrijk?
Door elkaar aan te spreken maak je elkaar duidelijk hoe een ander bepaald gedrag ziet. Je hoeft niet meer te raden waarom iemand doet wat hij doet, hij kan het je uitleggen. Aanspreken is daarmee ook de beste manier om als collega’s van elkaar te leren. Tegelijkertijd zorgt het voor een goede werkrelatie en een goede werksfeer.

Waarom is aanspreken lastig?
Aanspreken is niet gemakkelijk. Veel mensen zien elkaar aanspreken als een vorm van ruzie maken. Collega’s zijn van elkaar afhankelijk, morgen heb je elkaar weer nodig dus kun je beter geen ruzie maken. Aanspreken is nog lastiger wanneer die collega een hiërarchisch hogere positie bekleedt of heel erg populair is bij andere collega’s. Dan kan aanspreken zich als een boemerang tegen je keren. Medewerkers zijn bang dat ze worden neergezet als een bemoeial en betweter, als een moraalridder. Toch hoeft elkaar aanspreken niet gelijk te staan met een vorm van ruzie maken.

Aanspreken is soms lastig, maar gelukkig kun je aanspreken leren. Interessant is dat elkaar aanspreken  belangrijk is om de samenwerking te verbeteren, terwijl veel mensen bang zijn dat elkaar aanspreken de goede samenwerking juist in de weg staat. Het ingewikkelde van aanspreken is dus dat de reden om elkaar aan te spreken (we moeten met elkaar samenwerken) precies ook de reden is waarom aanspreken zo moeilijk is (we moeten met elkaar samenwerken). Zijn al die angsten terecht? Misschien wel.

Natuurlijk is het lastig om een collega aan te spreken, zeker als dat ook nog iemand is die hoger is in rang. Natuurlijk is het niet leuk om een conflict met iemand te hebben. Maar dat hoeft ook helemaal niet. De kunst is om elkaar op een goede manier aan te spreken. En om op een goede manier te reageren als een collega jou aanspreekt.

Zolang je collega’s aanspreekt op volstrekt normale afspraken, normen en regels, is er niets aan de hand. Aanspreken is ook niet hetzelfde als iemand anders jouw wil opleggen. Wanneer je een collega aanspreekt dan doe je een verzoek om zijn gedrag te veranderen.

Wel over spreken maar niet toepassen*
Of medewerkers elkaar aanspreken hangt onder andere af van of ze nut en noodzaak inzien van elkaar aanspreken, of ze weten hoe ze elkaar moeten aanspreken en of de leiding het aanspreken aanmoedigt en beloont. Veel wordt gesproken over aanspreken, maar we doen het bijna nooit. We vinden dat het nodig is, om te leren, onze doelen te realiseren en de werksfeer goed te houden. Goed aanspreken is lastiger omdat het niet zit in wat we doen, het zit in hoe we er over denken. Aanspreken gaat niet alleen over kritiek geven, maar ook over kleur bekennen. Het gaat over tolerantie én grenzen stellen, over aanspreken én aanspreekbaar zijn. Aanspreken is daarbij een essentieel onderdeel van een integere organisatie.

Wat zijn de voordelen van aanspreken*
Anderen hebben jouw spiegel nodig om in hun dode hoek te kijken. De collectieve lat gaat weer omhoog, de veiligheid op de werkvloer neemt toe en het team wordt eindelijk één team. Er is minder kans op een burnout en vooral: je kunt jezelf in de spiegel blijven aankijken. Als we elkaar vaker aanspreken kunnen we productiever zijn, meer omzet realiseren, meer kosten besparen en het verloop en verzuim wordt teruggedrongen. Met wel meer dan 10%. Investeren in aanspreken leidt niet alleen tot een betere, integere organisatie en samenwerking, maar levert dus ook geld op.

Rol management
Een organisatie kan in een gedragscode vermelden dat elkaar aanspreken belangrijk is. Dan is het wel zo eerlijk dat het management de medewerkers daar ook bij helpt. Een belangrijke verantwoordelijkheid van het management is het versterken van het zelfcorrigerend vermogen van de organisatie. Een manager kan immers niet alles zien. Hij moet dat niet eens willen. Ook kennen de verschillende vormen van toezicht hiaten: geen enkel systeem is perfect. Het is daarom raadzaam erin te investeren dat de medewerkers elkaar aanspreken en een misstand zo nodig melden.

Randvoorwaarden die een aanspreekcultuur mogelijk maken en bevorderen:
De waarden en normen van de organisatie zijn duidelijk. Het management geeft het goede voorbeeld door medewerkers op de juiste manier aan te spreken. De medewerkers worden aangemoedigd het management aan te spreken wanneer daar aanleiding voor is. Duidelijk wordt gemaakt dat alle medewerkers gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de integriteit van de organisatie. Aan wordt gegeven dat bij ongewenst gedrag elkaar aanspreken de eerste stap is. De medewerkers worden getraind in aanspreek-vaardigheden. Medewerkers die in de problemen komen doordat ze te goeder trouw een collega hebben aangesproken worden ondersteund. Er is een duidelijke procedure om misstanden te melden. Een aanspreekcultuur is ingebed en wordt ondersteund door een breed en samenhangend integriteitsbeleid, zoals heldere kaders, richtlijnen en structuren waarin het elkaar aanspreken mogelijk wordt gemaakt. Ook in het personeelsbeleid moet het aanspreken een belangrijke plaats krijgen. Door er tijdens de werving- en selectieprocedure op te wijzen en het te benadrukken tijdens het  introductieprogramma. Daarnaast dient  dit aan de orde gesteld te worden in functionerings- voortgangs- en beoordelingsgesprekken. Maar ook bij exitgesprekken is dit zinvol.

*alinea’s zijn ontleend aan het boek “Aanspreken? Gewoon doen!” van Gytha Heins.

Aanspreken niet mogelijk
Er kunnen zich situaties voordoen waarin medewerkers geen of onvoldoende gehoor vinden bij collega’s en management of geen vertrouwen hebben in deze gesprekspartners. Voor die situaties moeten mensen de vertrouwenspersoon integriteit kunnen vinden en in het ergste geval beschermd als klokkenluider kunnen optreden. Dat moet als een laatste redmiddel worden gezien door beide partijen. Alleen al het feit dat iemand als klokkenluider kan optreden moet beide partijen er van overtuigen dat men er gezamenlijk uit moet komen: in het belang van de gemeenschap of de organisatie.

Tot slot
Dit blog is een pleidooi om tot een aanspreekcultuur over te gaan en is een aanvulling op de meer praktische handleiding in mijn eerdere blog. Voor vragen of opmerkingen kunt u terecht bij: integriteitinhetheuvelland@gmail.com

 

Integriteit in de dagelijkse (beroeps-)praktijk

Integriteit in de dagelijkse (beroeps-)praktijk

Integriteit in de praktijk van alledag.

Woord vooraf.
Vandaag behandel ik in dit blog hoe je nu omgaat met integriteit in de (beroeps)praktijk.
Passages in dit blog zijn ontleend aan een boek van Edgar Karssing met de titel “integriteit in de beroepspraktijk”. Dit boek heb ik in een eerder blog beknopt als boekbespreking aangeprezen. Omdat het boek niet meer in de handel is, kies ik er nu voor mijn blog te larderen met passages uit dat boek. Overigens is Edgar nog steeds actief in de (sociale) media. Hij is Hoogleraar Filosofie, Beroepsethiek en Integriteitsmanagement bij de Nijenrode Business Universiteit.

Ik begeef me met deze blog op het kruispunt van theorie en praktijk.

Wat is integriteit en wat is het doel van integriteit?
Integriteit is een manier van (samen-)leven. Het huis van de Integriteit bevat vele kamers. Maar uiteindelijk beslaat integriteit twee perspectieven: het maatschappelijke en het persoonlijk perspectief. Met het brede begrip integriteit wordt een ambtenaar of bestuurder uitgenodigd zichzelf de vraag te stellen doe ik mijn werk goed? We hebben dan te maken met rechtvaardigheidsgronden en zorgvuldigheidseisen.

Wat is een goede houding? : betrouwbaarheid (vanuit maatschappelijk perspectief).
A. Standvastigheid: rug recht houden.
Exemplarische voorbeelden van integere mensen,  zoals Socrates, Galilei, Luther, Ghandi, King en Mandela zijn mensen die hun rug recht hielden bij grote tegenspoed.
B. Vertrouwen: in het belang van de rechtstaat en democratie.
Oud PvdA-minister Dales heeft nadrukkelijk aandacht gevraagd voor integriteit bij de overheid. Zij gebruikte het begrip  vertrouwen om het belang van integriteit te onderbouwen. Van haar is het credo: een beetje integer bestaat niet. Zonder vertrouwen geen democratie.
C. Moreel handelen.
Er zijn morele normen, juridische normen en sociale normen die in acht moeten worden genomen
D. Afleggen van verantwoordelijkheid over het handelen of niet-handelen.

Wat is de zorg voor de eigen integriteit?: morele zelfsturing (vanuit persoonlijk perspectief)
Daarbij is de vraag welke richtsnoeren reflecteren op en leven naar de eigen opvattingen en morele overtuigingen.
A. Identificeren
De beroepsbeoefenaar herkent en erkent de verantwoordelijkheid. Hij of zij identificeert zich met de verantwoordelijkheid die men heeft en de morele overtuiging en handeling.
B. Balanceren
Integere beroepsbeoefenaren zoeken een evenwichtige balans tussen soms conflicterende rollen, morele overtuigingen en verantwoordelijkheden.
C. Beschermen
Het gaat hierbij om het beschermen van het morele zelfbeeld tegen ongewenste inbreuken.

Integriteitsbeleid
Het integriteitsbeleid bestaat uit instrumenten en maatregelen om een verantwoorde beroepsuitoefening te bevorderen. Er zijn vijf dimensies om het integriteitsbeleid te typeren:
A. Het beleid moet geïntegreerd zijn in alle activiteiten en geniet brede ondersteuning.
B. Er moeten voldoende instrumenten zijn waarmee het beleid vorm wordt gegeven.
C. het begrip integriteit moet zowel gaan om machtsmisbruik als om machtsgebruik
D. Het beleid moet effectief zijn: wat zijn de resultaten van het beleid. Onderzoek daarna wordt vaak vergeten.
E. Het beleid moet staan voor betrouwbaarheid door middel van beheersing en controle aan de ene kant en morele zelfsturing aan de andere kant. Perspectief maatschappij en individu. (Zie boven).

Kanttekeningen bij Integriteit.
Integere beroepsbeoefenaars zijn moreel feilbaar. Met integriteit worden bovengenoemde richtsnoeren verwoord voor denken, voelen en doen. Men is niet feilbaar, omdat dan het onmenselijke wordt verwacht. Fouten maken is menselijk, morele fouten maken is net zo menselijk.

Integere beroepsbeoefenaren proberen wel fouten te voorkomen. Men moet dus serieus nadenken over wat in een bepaalde situatie gepast is. Dat kan door zelfonderzoek, maar het kan ook dmv collegiaal overleg/moreel beraad. Een beslissing is na rijp beraad met collega’s breder, rijper, dieper en beter verdedigbaar.

Tot slot/verantwoording.
Tot slot van dit blog de mededeling dat vele passages in dit blog (in aangepaste vorm) hun basis vinden in het boek “Integriteit in de beroepspraktijk” van Edgar Karssing. Normaalgesproken zou ik daarover een boekbespreking in een blog opnemen. Dat kan nu niet meer omdat het boek niet meer te koop is. Vandaar dit blog met een wat uitgebreide maar summiere beschrijving van hetgeen Edgar eerder in 2006 heeft opgeschreven. Niet alles heb ik behandeld omdat een blog  zijn beperkingen heeft. Schrijven is schrapen en alleen een beperkte samenvatting is voor een blog geschikt.

Nog meer weten over integriteit? Zie daarvoor eerdere blogs op mijn website www.integerheuvelland.nl
Daar kunt u ook door middel van het contactformulier uw vragen of opmerkingen plaatsen.

Boekbespreking Moraal van de Macht

Deugdethiek en integriteit.

Achtergronden en aanbevelingen bij (deugd)ethiek en  integriteit*

Inleiding
Vandaag een blog over deugdethiek en integriteit. De deugdethiek kan bijdragen aan bevordering van integriteit. Het geeft menselijk (samen)leven ideeën over de wijze waarop menselijk handelen ten goede is te veranderen.
Het gaat bij deugdethiek niet alleen om het zich houden aan regels of gedragscodes, maar ook om het bereiken van een doel en het excellent functioneren. Mensen kunnen groeien in integriteit. Dat kun je stimuleren. Het ethisch handelen en daarmee de mate van integriteit in een organisatie kan worden beïnvloed en bevorderd. Deugdethiek is er niet op uit het slechtste op te sporen en te bestraffen, maar wil vooral het goede benadrukken.

De moeilijkste keuzes bij integriteit zijn niet de keuzes tussen goed en kwaad maar de keuzes tussen goed en goed. Dat vraagt om nadere uitleg.
Keuzes tussen goed en kwaad zijn fraude, corruptie, zelfverrijking ed.
Bij integriteitskeuzes tussen goed en goed zijn er keuzes waarbij waarden om de voorrang strijden en alle in beginsel goed zijn. We bevinden ons dan in het grote grijze gebied tussen fraude, corruptie etc enerzijds en maatschappelijk geaccepteerd gedrag anderzijds. In dat gebied is het niet op voorhand duidelijk wat integer gedrag is en wat niet.

Integriteit en overheid.
Een democratische en rechtstatelijke overheid dient integer te zijn. Die eis speelt ook bij het bedrijfsleven een rol, maar zij geldt voor de overheid sterker omdat een integriteitsincident bij de overheid het vertrouwen schaadt van de burger in de gehele overheid. De gemiddelde burger maakt geen onderscheid tussen de verschillende overheden en overheidslagen. Daarnaast speelt een rol dat de burger voor diverse zaken alleen maar bij de overheid terecht kan: de overheid monopolie.

Kerndeugden: vier kardinale deugden
Er zijn enkele kerndeugden die altijd nodig zijn voor goed menselijk handelen. Deze vier kardinale deugden zijn kwaliteiten waarop mensen gericht behoren te zijn. Het begrip integriteit is vanuit deze deugden beter te begrijpen.

Moed is de deugd die je nodig hebt om te doen wat je moet doen, juist als er weerstanden of gevaren dreigen.
Verstandigheid is de deugd die het algemene doel naar de concrete situatie vertaalt. Je moet de blik gericht zijn op het uiteindelijke doel, zonder daarbij de de oren en ogen te sluiten voor de omstandigheden van het moment. Maat is de deugd die gaat over het omgaan met emoties, zoals het verlangen naar eer, bezit en macht.
Rechtvaardigheid is de deugd die in ongelijke omstandigheden gelijkheid realiseert.

De deugdethiek in de praktijk/aan de slag
Bij ambtelijke integriteit is de deugdethiek een eigenschap van een ambtenaar die in een publieke functie zijn handelen en waarnemen daarop baseert.
Vanuit de theorie zijn er een aantal praktische aanbevelingen waarmee men in organisaties aan de slag kan gaan.

  • Het (leren) elkaar aanspreken. Zie hiervoor mijn eerdere blogs.
  • Het goede voorbeeld geven als manager (voorbeeldfunctie)
  • Open en eerlijke discussiëren over handelingen en motieven
  • Het hanteren van het groene potlood in plaats van het rode potlood.
    Het gaat daarbij om het stimuleren van het goede bij integriteit.
  • Het regelmatig herhalen waardoor d.m.v. cultuurverandering integriteit structureel wordt bevorderd.
  • Ethische problemen bespreken op de werkvloer.

De tekst van dit blog is ontleend aan passages in het boek “Deugdethiek en integriteit” dat geschreven is door Marcel Becker, Paul van Tongeren, Alain Hoekstra, Edgar Karssing en Ron Niesen dat verscheen in 2010. Het boek is niet meer verkrijgbaar. Dat geldt ook voor de daarbij behorende dvd en het spel. Ook de website “integriteit deugt” is uit de lucht.
De schrijvers waren ten tijde van de publicatie van het boek verbonden aan diverse instituten en gerenommeerd op het gebied van integriteitsdilemma’s en de oplossingen daarvoor. Zij publiceerden toen regelmatig over integriteit, ethiek en bestuurlijk recht. Ook nu nog kunt u (een deel van) deze schrijvers aantreffen in de (sociale) media.

Wilt u mijn eerdere blogs nog eens teruglezen? Al mijn blogs vindt u op www.integerheuvelland.nl
Heeft u vragen of opmerkingen? stel ze gerust via het contactformulier op de website.

De Integriteitsfunctionaris: de schakel tussen top en basis.

De Integriteitsfunctionaris: de schakel tussen top en basis.

De integriteitsfunctionaris die niet mag ontbreken in een integere organisatie.

Inleiding
De integriteitsfunctionaris speelt een sleutelrol in het coördineren en implementeren van het integriteitsbeleid. ik ga in dit blog dieper in op zijn werkzaamheden. Aan actualiteit geen gebrek. De voorbeelden van (niets ) doen met) een melding geeft aan een dergelijke functionaris van het grootste belang is en hoe deze functionaris herkenbaar is in de organisatie. Bij het gaan werken in de organisatie moet er niet alleen een dergelijke functionaris zijn..  maar ook bekend zijn.
Daarom geef ik een aantal suggesties om ervoor te zorgen dat ook de integriteitsfunctionaris goed is ingebed in een integer organisatie.

De eindverantwoordelijkheid voor het integriteitsbeleid ligt weliswaar primair bij het management, maar de integriteitsfunctionaris vervult een zeer belangrijke rol bij het adviseren en ondersteunen van het management en bestuur. Met het aanstellen van een integriteitsfunctionaris maakt de organisatie tevens duidelijk dat het integriteitsbeleid belangrijk vindt en wordt de continuïteit van het thema geborgd.

De integriteitsfunctionaris vervult een taak bij het initiëren en agenderen van het integriteitsbeleid, het opstellen van een beleidsplan en het implementeren en handhaven van dat beleid. En adviseert bij het ontwikkelen, inhuren of inkopen van instrumenten als trainingen, workshops en discussiesessies. De belangrijkste bondgenoot van de integriteitsfunctionaris is het management. Het management is verantwoordelijk voor het voeren van integriteitsbeleid binnen de eigen organisatie.

Randvoorwaarden
Om zijn werk goed te kunnen doen heeft de integriteitsfunctionaris een duidelijke, goed omschreven positie in de organisatie nodig. Hierbij zijn de sleutelwoorden: invloed en onafhankelijkheid.
De integriteitsfunctionaris moet voldoende gezag hebben binnen de organisatie, zowel richting de ambtelijke en bestuurlijke top van de organisatie als richting managers en medewerkers. Tegelijkertijd moet de positie voldoende onafhankelijkheid waarborgen, waardoor de integriteitsfunctionaris een eigenstandige, zo nodig kritische, rol kan vervullen naar het management en naar de organisatie. Een goede beschrijving van de functie is dan ook nodig. Meer weten? Mail me maar (gratis dienstverlening).

Bij voorkeur zit de integriteitsfunctionaris zo dicht mogelijk bij degene die eindverantwoordelijk is, die integriteit in portefeuille heeft. Dit gaat nadrukkelijk verder dan functionele lijnen; het is belangrijk dat de integriteitsfunctionaris rechtstreeks toegang heeft tot de top. Het werk heeft raakvlakken met het werk van een controller in de organisatie. Vandaar dat ik er voor pleit om de integriteitsfunctionaris te clusteren met de controller vanwege aanbestedingen, Bibob, administratieve organisatie etc. Onafhankelijkheid en directe toegang tot de top is dan ook beter geregeld. Clustering maakt een aanstelling in deeltijd mogelijk. Minimaal 0,10 FTE voor kleine organisaties.

Woord vooraf: geen geweten van de organisatie
De integriteitsfunctionaris moet niet de functie van het ‘geweten’ van de organisatie op zich nemen. De integriteit van de organisatie is een verantwoordelijkheid van alle medewerkers van de organisatie, en zeker ook van het management van de organisatie. Aandachtspunt is dus dat de integriteitsfunctionaris ervoor zorgt dat de juiste mensen de juiste verantwoordelijkheden oppakken. De integriteitsfunctionaris moet wel benaderbaar zijn voor alle medewerkers, managers en andere functionarissen die een verantwoordelijkheid hebben met betrekking tot het invulling geven aan integriteitsbeleid binnen de organisatie.

Taken integriteitsfunctionaris
Taken van de integriteitsfunctionaris naast het opstellen, invoeren, uitdragen en actualiseren van een integriteitsbeleidsplan zijn:

  • het coördineren van de verschillende deelaspecten van het integriteitsbeleid;
  • het ontwikkelen, adviseren over, en op het juiste moment inzetten van integriteitsinstrumenten;
  • het verzamelen van kennis en expertise op het gebied van integriteit;
  • het leggen van een relatie tussen missie, integriteit, kerntaken en de primaire processen;
  • het geven van voorlichting, training en ondersteuning;
  • het voorkomen dat de aandacht voor integriteit niet te zeer een project op zichzelf wordt;
  • het afstemmen met de functionarissen of afdelingen die een rol spelen in het integriteitsbeleid of de uitvoering hiervan;
  • het integraal gevraagd of ongevraagd adviseren en rapporteren aan de ambtelijke en politieke leiding;
  • het monitoren of de gemaakte afspraken over integriteit worden nageleefd;
  • het centraal aanspreekpunt zijn op integriteitsgebied voor de gehele organisatie en de samenhang zoeken met de vertrouwenspersoon;
  • het verkrijgen van totaaloverzicht evenals het bewaken van samenhang en volledigheid;
  • het aanspreekpunt zijn bij integriteitsschendingen en meldingen.
  • het opstellen van een verantwoordingsrapportage over het gevoerde integriteitsbeleid, bij voorkeur als onderdeel van het jaarverslag bij een gemeente of provincie: paragraaf integriteit of onderdeel van de paragraaf bedrijfsvoering.

Voorwaarden
De voorwaarden voor het adequaat kunnen werken van de integriteitsfunctionaris zijn:

  • directe verantwoording aan het management;
  • onafhankelijkheid en voldoende bevoegdheden;
  • gezag en spin in het web;
  • kennisbank en netwerk;
  • voldoende middelen.

Taak duidelijk voor iedereen
Management en medewerkers moeten weten welke taken en verantwoordelijkheden de integriteitsfunctionaris heeft. De integriteitsfunctionaris dient zichzelf daarom in de organisatie te presenteren, bijvoorbeeld via een pagina op de intranetsite, via voorlichtingssessies, via de introductiebijeenkomst voor nieuwe medewerkers, via folders, vertrouwenspersoon en de ambtseed-sessie en via het gemeentelijk jaarverslag.

Succesfactoren
De integriteitsfunctionaris moet ervoor zorgen dat hij een factor is waar men niet omheen kan. Een belangrijke succesfactor hierbij is zijn herkenbaarheid in de organisatie. Andere kritische succesfactoren: houd je aan je rol, wees consequent, kordaat en eenduidig, geef concrete en handzame adviezen, geef zaken terug die niet bij je rol horen en zorg voor evenwichtige aandacht van het management voor je taken, professionaliteit, onafhankelijkheid, betrouwbaarheid, toegankelijkheid, authenticiteit (en niet roomser dan de paus zijn, niet veroordelen, niet hameren op de regeltjes, niet moraliseren) en vertrouwelijkheid.

 

LinkedIn
Share