Selecteer een pagina
Boekbespreking Morele Dilemma’s in de boardroom

Boekbespreking Morele Dilemma’s in de boardroom

Boekbespreking  “Morele dilemma’s in de Boardroom”.
Inhoud: Moeilijke keuzes voor bestuurders en commissarissen
Schrijver Prof.dr. Mijntje Lückerath-Rovers
Uitgeverij Mediawerf
ISBN-nummer 9789083296364

Inleiding
Vandaag een blog over een boek dat in het kader van integriteit, niet mag ontbreken in de integriteitsbibliotheek van (gemeente) bestuurders, provinciebestuurders, ministers, (integriteits)managers, toezichthouders, (leden) van de ondernemingsraden en overige medewerkers van een (overheids-)organisatie die willen bijdragen aan een integere organisatie.

Een woord vooraf
In een boekbespreking kan ik alleen met een beknopte inhoudsopgave volstaan en de meest zinvolle  conclusies verwoorden. Het doel van dit blog is immers om de lezer te stimuleren om het boek ter hand te nemen voor nog meer interessante feiten.

Beknopte beschrijving van het boeki
Bij een moreel dilemma kunnen morele normen en belangen met elkaar in conflict komen. Bestuurders en commissarissen moeten daarbij dan ook vaak moeilijke keuzes maken.

Dit boek beschrijft morele oordeelsvorming en morele identiteit. De in het boek gehanteerde handvatten kunnen behulpzaam zijn bij morele dilemma’s in het bestuur van de organisatie. De auteur beschrijft in waargebeurde casussen de soms tegenstrijdige overwegingen die bestuurders en commissarissen bij zo’n moreel dilemma hebben. Het levert boeiende moresprudentie op: verwijzingen naar het gebruik van morele overwegingen of normen bij het nemen van beslissingen bij morele dilemma’s.

De grofmazige inhoud van het boek

  1. Morele identiteit en morele oordeelsvorming
    Waaronder naar de letter van de wet of de geest van de wet (RA voorbeeld toeslagenschandaal).
  2. Morele oordeelsvorming en corporate governance.
  3. Handvatten bij morele oordeelsvorming.
  4. Moresprudentie: elf voorbeelden uit de praktijk.
    Waaronder het betalen van losgeld aan hackers door de Universiteit van Maastricht.
  5. Onderzoek onder commissarissen naar morele oordeelsvorming

De waarde van het boek
De waarde van het boek is dat het de schrijver een goed inkijkje geeft in de keuzes tussen goed en fout en met name goed en goed. Ook de wijze van totstandkoming van keuzes komt aan de orde. Ondanks dat veelvuldig het begrip boardroom in het boek passeert (wat slaat op de private sector) kan het boek ook gebruikt worden in het publieke domein.

Conclusie
Het boek is niet altijd toegankelijk geschreven. Mensen die geïnteresseerd zijn in het moreel besturen van organisaties kan ik dit boek echter van harte aanbevelen.  Ze is een waardevolle en niet te negeren vraagbaak over morele oordeelsvorming voor bestuurders en commissarissen.
Ondanks de mindere toegankelijkheid (het is geen boek voor anders opgeleide) is mijn eindoordeel: een 8. 3 sterren.

Wilt u de tekst van mijn  eerdere blog nog eens teruglezen? Al mijn blogs vindt u op www.integerheuvelland.nl. Wilt u de tekst via mail toegezonden krijgen of wilt u vragen of opmerkingen stellen, mijn mail-adres is integriteitinhetheuvelland@gmail.com

De schrijver is financieel-econoom en arbeids- en organisatiepsycholoog en hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg.

 

De Integriteitsfunctionaris: de schakel tussen top en basis.

De Integriteitsfunctionaris: de schakel tussen top en basis.

De integriteitsfunctionaris die niet mag ontbreken in een integere organisatie.

Inleiding
De integriteitsfunctionaris speelt een sleutelrol in het coördineren en implementeren van het integriteitsbeleid. ik ga in dit blog dieper in op zijn werkzaamheden. Aan actualiteit geen gebrek. De voorbeelden van (niets ) doen met) een melding geeft aan een dergelijke functionaris van het grootste belang is en hoe deze functionaris herkenbaar is in de organisatie. Bij het gaan werken in de organisatie moet er niet alleen een dergelijke functionaris zijn..  maar ook bekend zijn.
Daarom geef ik een aantal suggesties om ervoor te zorgen dat ook de integriteitsfunctionaris goed is ingebed in een integer organisatie.

De eindverantwoordelijkheid voor het integriteitsbeleid ligt weliswaar primair bij het management, maar de integriteitsfunctionaris vervult een zeer belangrijke rol bij het adviseren en ondersteunen van het management en bestuur. Met het aanstellen van een integriteitsfunctionaris maakt de organisatie tevens duidelijk dat het integriteitsbeleid belangrijk vindt en wordt de continuïteit van het thema geborgd.

De integriteitsfunctionaris vervult een taak bij het initiëren en agenderen van het integriteitsbeleid, het opstellen van een beleidsplan en het implementeren en handhaven van dat beleid. En adviseert bij het ontwikkelen, inhuren of inkopen van instrumenten als trainingen, workshops en discussiesessies. De belangrijkste bondgenoot van de integriteitsfunctionaris is het management. Het management is verantwoordelijk voor het voeren van integriteitsbeleid binnen de eigen organisatie.

Randvoorwaarden
Om zijn werk goed te kunnen doen heeft de integriteitsfunctionaris een duidelijke, goed omschreven positie in de organisatie nodig. Hierbij zijn de sleutelwoorden: invloed en onafhankelijkheid.
De integriteitsfunctionaris moet voldoende gezag hebben binnen de organisatie, zowel richting de ambtelijke en bestuurlijke top van de organisatie als richting managers en medewerkers. Tegelijkertijd moet de positie voldoende onafhankelijkheid waarborgen, waardoor de integriteitsfunctionaris een eigenstandige, zo nodig kritische, rol kan vervullen naar het management en naar de organisatie. Een goede beschrijving van de functie is dan ook nodig. Meer weten? Mail me maar (gratis dienstverlening).

Bij voorkeur zit de integriteitsfunctionaris zo dicht mogelijk bij degene die eindverantwoordelijk is, die integriteit in portefeuille heeft. Dit gaat nadrukkelijk verder dan functionele lijnen; het is belangrijk dat de integriteitsfunctionaris rechtstreeks toegang heeft tot de top. Het werk heeft raakvlakken met het werk van een controller in de organisatie. Vandaar dat ik er voor pleit om de integriteitsfunctionaris te clusteren met de controller vanwege aanbestedingen, Bibob, administratieve organisatie etc. Onafhankelijkheid en directe toegang tot de top is dan ook beter geregeld. Clustering maakt een aanstelling in deeltijd mogelijk. Minimaal 0,10 FTE voor kleine organisaties.

Woord vooraf: geen geweten van de organisatie
De integriteitsfunctionaris moet niet de functie van het ‘geweten’ van de organisatie op zich nemen. De integriteit van de organisatie is een verantwoordelijkheid van alle medewerkers van de organisatie, en zeker ook van het management van de organisatie. Aandachtspunt is dus dat de integriteitsfunctionaris ervoor zorgt dat de juiste mensen de juiste verantwoordelijkheden oppakken. De integriteitsfunctionaris moet wel benaderbaar zijn voor alle medewerkers, managers en andere functionarissen die een verantwoordelijkheid hebben met betrekking tot het invulling geven aan integriteitsbeleid binnen de organisatie.

Taken integriteitsfunctionaris
Taken van de integriteitsfunctionaris naast het opstellen, invoeren, uitdragen en actualiseren van een integriteitsbeleidsplan zijn:

  • het coördineren van de verschillende deelaspecten van het integriteitsbeleid;
  • het ontwikkelen, adviseren over, en op het juiste moment inzetten van integriteitsinstrumenten;
  • het verzamelen van kennis en expertise op het gebied van integriteit;
  • het leggen van een relatie tussen missie, integriteit, kerntaken en de primaire processen;
  • het geven van voorlichting, training en ondersteuning;
  • het voorkomen dat de aandacht voor integriteit niet te zeer een project op zichzelf wordt;
  • het afstemmen met de functionarissen of afdelingen die een rol spelen in het integriteitsbeleid of de uitvoering hiervan;
  • het integraal gevraagd of ongevraagd adviseren en rapporteren aan de ambtelijke en politieke leiding;
  • het monitoren of de gemaakte afspraken over integriteit worden nageleefd;
  • het centraal aanspreekpunt zijn op integriteitsgebied voor de gehele organisatie en de samenhang zoeken met de vertrouwenspersoon;
  • het verkrijgen van totaaloverzicht evenals het bewaken van samenhang en volledigheid;
  • het aanspreekpunt zijn bij integriteitsschendingen en meldingen.
  • het opstellen van een verantwoordingsrapportage over het gevoerde integriteitsbeleid, bij voorkeur als onderdeel van het jaarverslag bij een gemeente of provincie: paragraaf integriteit of onderdeel van de paragraaf bedrijfsvoering.

Voorwaarden
De voorwaarden voor het adequaat kunnen werken van de integriteitsfunctionaris zijn:

  • directe verantwoording aan het management;
  • onafhankelijkheid en voldoende bevoegdheden;
  • gezag en spin in het web;
  • kennisbank en netwerk;
  • voldoende middelen.

Taak duidelijk voor iedereen
Management en medewerkers moeten weten welke taken en verantwoordelijkheden de integriteitsfunctionaris heeft. De integriteitsfunctionaris dient zichzelf daarom in de organisatie te presenteren, bijvoorbeeld via een pagina op de intranetsite, via voorlichtingssessies, via de introductiebijeenkomst voor nieuwe medewerkers, via folders, vertrouwenspersoon en de ambtseed-sessie en via het gemeentelijk jaarverslag.

Succesfactoren
De integriteitsfunctionaris moet ervoor zorgen dat hij een factor is waar men niet omheen kan. Een belangrijke succesfactor hierbij is zijn herkenbaarheid in de organisatie. Andere kritische succesfactoren: houd je aan je rol, wees consequent, kordaat en eenduidig, geef concrete en handzame adviezen, geef zaken terug die niet bij je rol horen en zorg voor evenwichtige aandacht van het management voor je taken, professionaliteit, onafhankelijkheid, betrouwbaarheid, toegankelijkheid, authenticiteit (en niet roomser dan de paus zijn, niet veroordelen, niet hameren op de regeltjes, niet moraliseren) en vertrouwelijkheid.

 

Integer Werven en Selecteren

Integer Werven en Selecteren

Ik behandel vandaag het onderwerp integer werven en selecteren, als onderdeel van het integer personeelsbeleid.

Het integer werven en selecteren van personeel
Het werven en selecteren moet op een integere manier plaatsvinden. De volgende normen en waarden rechtvaardigheid, openheid, betrouwbaarheid en zorgvuldigheid staan bij dit onderdeel centraal. Ik kies er nu voor om op hoofdlijnen de punten door te lopen.

Regels

  1. Regels voor werving zijn er natuurlijk om vriendjespolitiek en ondoorzichtige procedures te voorkomen.
    Iedereen die aan de functie-eisen voldoet, hoort gelijke kansen te hebben.
    Het bevoordelen van persoonlijke kennissen bij werving en selectie omwille van de vriendschap verdraagt zich niet met de positie van een goed werkgever.
  1. Het onderhands vragen, aannemen of het aanbieden c.q. beloven van geld of andere gunsten in ruil voor een aanstelling bij de overheid is streng verboden. Dit geldt in de eerste plaats voor degene die beslist over de eventuele aanstelling van de sollicitant. Ook de sollicitant zelf moet zich onthouden van medewerking hieraan. Wanneer hij dit wel doet of wanneer hij zelfs het initiatief hiertoe neemt, dan maakt hij zich mogelijk schuldig aan omkoping.

Procedureregels voor vacatureplaatsing en werving
Vacatures worden eerst uitsluitend binnen de eigen organisatie (intern) bekendgemaakt.
Dit bevordert interne mobiliteit en de kansen van het zittende personeel op loopbaan-ontwikkeling. Het rechtvaardigheids-principe vraagt om deze procedure. Als dit niet eerst wordt gevolgd kan dat leiden tot het gevoel van onrechtvaardigheid bij de betrokken werknemer. Dat kan vervolgens weer leiden tot niet-integer gedrag zoals we eerder zagen.

Inhuur na ontslag/verbod op draaideurconstructie
Een werknemer die een sleutelpositie inneemt en in zekere mate onmisbaar is voor de organisatie, kan in de verleiding komen deze positie te `verzilveren’ door uit overheidsdienst te treden, zich zelfstandig te vestigen en zich vervolgens weer commercieel te laten inhuren bij diezelfde gemeente, tegen een substantieel hoger tarief dan het salaris waarvoor hij eerst als ambtenaar werkzaam was. Door deze handelwijze wordt al snel de sfeer van vriendjespolitiek, oneerlijke concurrentie of schijn van belangenverstrengeling opgeroepen. Er dient daarom een ‘verbod op de draaideurconstructie’ te worden ingesteld. Dit houdt in dat de werknemer na diens ontslag gedurende een periode van twee jaar niet mag worden ingehuurd.

Voorbereiding integer sollicitatiegesprek

  1. Integriteit omvat ook een goede voorbereiding van elke sollicitatie en daarmee een zorgvuldige behandeling van sollicitanten. Zo getuigt het niet van zorgvuldigheid tegenover de sollicitant als wij pas tijdens het sollicitatiegesprek voor de eerste keer ons verdiepen in diens cv.
  2. Er dient te worden beschikt over een actuele en correcte functiebeschrijving waarin verantwoordelijkheden, bevoegdheden, risico’s en speelveld zijn aangegeven. Over te behalen resultaten en competenties bestaat geen onduidelijkheid.
  3. De vacante functie mag niet te rooskleurig worden geschetst en omvat de werkelijk te verrichten werkzaamheden. De sollicitant wordt vooraf in kennis gesteld van een kwetsbare functie waarbij sprake is van functiescheiding of–roulatie, of een functie waarvoor een medische keuring en/of een psychologisch onderzoek verplicht is gesteld.

Gesprek
Het stellen van vragen naar medische gegevens van de sollicitant, zoals verzuimhistorie en fysieke gesteldheid is onderhevig aan wettelijke beperkingen. De regel is dat dit niet mag.

Tegengaan van discriminatie bij (voor-)selectie

  1. Er zijn veel verboden vormen van discriminatie. Naar ras, huidskleur, sekse, leeftijd, et cetera. Er zijn ook indirecte vormen van discriminatie. Zoals de eis tot een maximum aantal jaren werkervaring of de afwijzingsgrond dat men te veel ervaring heeft. Indirect komt dat neer op het discrimineren naar leeftijd. Discriminatie is strafbaar. Uiteraard kan discriminatie bij werving en selectie niet door de beugel.
  2. Er worden alleen werving- en selectiebureaus, adviesbureaus en uitzendbureaus ingeschakeld die zich niet schuldig maken aan enige (directe of indirecte) vorm van discriminatie. Dat kan door hen een verklaring te laten ondertekenen dat zij zich distantiëren van dit soort praktijken. Mochten andere marktpartijen hen verzoeken, direct of indirect te discrimineren, dan dienen zij te verklaren dat zij dan niet ingaan op de aanbieding. Niet de markt regeert, maar de integriteit en de rechtstaat.

Integer indiensttredingsbeleid

Instrumenten

  1. Bij indiensttreding wordt een Verklaring omtrent het gedrag vereist (VOG) gevraagd. Ook aan ingehuurd personeel zal worden gevraagd een dergelijke verklaring te overleggen. Bij ingehuurd personeel dient daarnaast een ondertekende geheim-houdingsverklaring te worden gevraagd. Voor reguliere aanstellingen is dat namelijk wel geregeld.
  2. De nieuwe medewerkers ontvangt na indiensttreding de gedragscode integriteit, formulier voor melding van nevenwerkzaamheden, informatie over de procedure voor het melden van (vermoedelijke) integriteitinbreuken en over (de bereikbaarheid van) de vertrouwenspersoon integriteit (VPI). Door de gedragscode te overhandigen wordt duidelijk gemaakt dat er normen en waarden gelden binnen de organisatie waaraan iedereen zich heeft te houden.
  3. Elke nieuwe ambtenaar legt een eed of belofte af, waarin hij zijn ‘goed ambtenaarschap’ persoonlijk tot uiting brengt ten overstaan van de burgemeester.
  4. Integriteit zal onderwerp van gesprek zijn in werkoverleggen en periodieke functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken.
  5. Daarnaast zal een dilemmatraining integer handelen en een analyse van risico’s en kwetsbaarheden binnen de functie plaatsvinden.

Tot slot
U weet voor vragen of opmerkingen sta ik altijd open. Dat kan via het contactformulier op de website. Het is pro deo dienstverlening.

De rotte appel en de rotte mand in Integriteitsland.

De rotte appel en de rotte mand in Integriteitsland.

De rotte appel en de rotte mand in integriteitsland.

Vandaag een blog over de (rotte) appel en de (rotte) mand in integriteitskwesties. Beide worden als metafoor gebruikt om aan te geven of het nu een medewerker (de appel) is die niet integer handelt of de mand (de organisatie) niet op integer handelen is gericht. Dit blog is ook aan de actualiteit ontleend. Recente voorbeelden spreken boekdelen: het gaat om de medewerker die zich niet veilig waant en de organisatie is niet altijd in staat (gebleken) om die individuele veiligheid  structureel te bieden. 

De rotte appel én de rotte mand
Een veelvoorkomende reactie op integriteitsincidenten is om in de organisatie te zoeken naar de spreekwoordelijke ‘rotte appels’, de niet-integere medewerker. Door deze ‘slechte karakters’ te bestraffen of uit de organisatie te verwijderen, zou het integriteitsprobleem opgelost zijn. Deze kijk op integriteit blijkt echter veel te simpel.

Het belangrijkste bezwaar tegen de theorie van de rotte appels is dat niet-integer handelen niet alleen een kwestie is van karakter, genen of opvoeding. Het wordt ook in belangrijke mate bepaald door invloeden van de situatie waarin iemand handelt en werkt. Dit kunnen invloeden zijn in de werk- en/of leefomgeving, bijvoorbeeld collega’s, afdeling/departement, maar ook beleidsdoelen/targets, opdrachtgevers/politiek krachtenveld of familie. Met andere woorden: de organisatiecultuur en -structuur hebben een belangrijke invloed op iemands gedrag. Het gaat dus niet alleen om de kwaliteit van de appel, maar evenzeer om de kwaliteit van de ‘mand’.

Lastige boodschap van een rotte mand
Dat ook omgevingsfactoren (de ‘mand’) een belangrijke rol spelen, blijkt een lastige bood-schap. Vaak vinden we het zelf al niet eenvoudig om precies aan te geven waarom we iets doen. Bovendien geven mensen meestal moeilijk toe dat ze zijn beïnvloed door krachten uit hun (sociale) omgeving. Het  blijkt dat we onszelf stelselmatig veel meer macht over een situatie toeschrijven dan we werkelijk hebben. Tegelijkertijd erkennen we onvoldoende welke invloed die omgeving op ons uitoefent. Deze ingebakken inschattingsfout maakt het extra moeilijk om inzicht te krijgen in motieven voor (niet-)integer handelen.

Niet-integer gedrag is bijna altijd het resultaat van een optelsom van factoren die kunnen worden toegerekend aan zowel de persoon als de omgeving. Een eenzijdige gerichtheid op één verklaring van gedrag moeten we dus zien te vermijden. Integriteitsbeleid kan daarom niet volstaan met het detecteren van ‘rotte appels’.Om recht te kunnen doen aan de omgevingsfactoren is het nodig om die factoren zo goed mogelijk in kaart te brengen en de medewerkers ervan bewust te maken.

Bewustwording alleen volstaat echter niet. Medewerkers moeten ook het idee hebben dat ze met hun oordelen, beslissingen en kritiek ergens heen kunnen (leidinggevende, integriteits-functionaris, vertrouwenspersoon integriteit) en dat er iets met hun oordelen wordt gedaan. Tevens zal de leiding ondubbelzinnige signalen moeten afgeven over het belang en de betekenis van het integriteitsbeleid. Ook is adequaat toezicht nodig van de (direct) leidinggevenden op medewerkers.

Karakter rotte appel: een dominante rotte appel
Integriteit is niet alleen een kwestie van genen en opvoeding. De werknemer in kwestie geldt echter wel als een gerespecteerd collega die succesvol, deskundig en slagvaardig optreedt. Wel is er een verband gevonden tussen niet-integer handelen en een dominante persoonlijkheid. Dominante persoonlijkheden krijgen eerder dingen voor elkaar en zoeken vaker de grenzen van hun bevoegdheden op dan minder dominante collega’s.

Hoe verklaren we niet-integer gedrag?

De morele kwestie wegredeneren
Mensen kunnen de morele aspecten van een situatie (bewust of onbewust) ‘wegredeneren’ door de werkelijkheid op een bepaalde manier te benoemen. Daardoor  kunnen rechten, belangen, wensen en het welzijn van concrete individuen uit het zicht verdwijnen. Ook is de neiging groot om allerlei morele waarden liever in termen van euro’s te gieten, waardoor de belanghebbenden uit beeld verdwijnen. Een andere vorm is die van het eufemisme als beschrijving van de werkelijkheid, om de morele lading te camoufleren.

Verschil tussen oordelen en doen
Zorgvuldig oordelen is één, handelen conform dit oordeel is een tweede. De medewerker moet de situatie beschouwen als zijn of haar ‘pakkie an’, er verantwoordelijkheid voor nemen en het ook echt doen. Dat is soms een lastige opgave. Als het gaat om echt datgene te doen waarvan men vindt dat het zou moeten, blijkt de mens zeer bedreven in het zichzelf voor de gek houden.

Morele excuses
Excuses zijn niet-steekhoudende argumenten die we gebruiken om te rechtvaardigen dat we onze verantwoordelijkheid verzaken. We verklaren waarom we niet mogen worden aangesproken op niet-integer gedrag en waarom ons niets te verwijten valt. Met andere woorden: met excuses ontkennen we dat we verantwoordelijk zijn terwijl we dat wel degelijk zijn.

Initiatief en verantwoordelijkheid: niemand doet iets
Een belangrijke stap in integer gedrag is het omzetten van een oordeel in een handeling.  Kortom: doen wat we zeggen en verantwoordelijkheid nemen voor een besluit, een handeling of een situatie. In organisaties, waarbij we te maken hebben met gedeelde verantwoordelijkheden, kan al snel het ‘vele handen’-probleem ontstaan: veel medewerkers die iets ‘vinden’, maar niemand die iets doet.

Groepsprocessen
Status verwerven binnen de groep is een belangrijke verklaring voor niet-integer gedrag. Mensen zijn gemotiveerd om hun status te verhogen, omdat daarmee hun zelfwaardering toeneemt. Dat kan ertoe leiden dat mensen zich niet-integer gedragen. Op die manier besmetten medewerkers elkaar met een druk om bepaald gedrag te vertonen. Groepen en groepsleden zijn zich daar over het algemeen niet van bewust.

Invloed van een autoriteit
Mensen doen in het algemeen wat van ze gevraagd wordt. Bovendien is  gedrag van leidinggevenden van grote invloed op het gedrag van medewerkers en een belangrijke integriteitsfactor in de organisatie. Mensen laten zich leiden door allerlei krachten uit hun (sociale) omgeving van collega’s of leidinggevenden, burgers of buren, klanten of opdrachtgevers. Doorgaans onderschatten we die invloed op ons eigen gedrag, ook al is dat duidelijk aangetoond.

We willen niet afwijken van een gekozen lijn
Mensen houden bij voorkeur vast aan een gekozen (beleids-)lijn, ook al zijn er duidelijke aanwijzingen dat die lijn niet leidt tot het gewenste resultaat. Bekend zijn de voorbeelden van projecten die worden voortgezet ondanks dat ze niet meer wenselijk blijken. Men gaat er toch mee door omdat er in het verleden al veel geld, energie en mensuren in zijn geïnvesteerd.

Groepsgedrag
Doorgaans passen mensen zich aan aan de omgeving waarin ze werken en kopiëren ze het gedrag van anderen in hun nabijheid. De groep bepaalt de norm. Deze processen onttrekken zich vaak aan het directe zicht.

Organisatorische prikkels
Mensen zijn geneigd te doen wat wordt beloond en te vermijden wat wordt bestraft. Hoe logisch dit ook klinkt, er zijn nog tal van organisaties waar integer gedrag niet (expliciet) wordt aangemoedigd en niet-integer gedrag niet wordt gestraft of soms zelfs (impliciet) beloond. Wanneer bijvoorbeeld louter wordt gestuurd op financiële targets, kan dat ten koste gaan van andere verantwoordelijkheden (regels, zorgvuldigheid, kwaliteit, klantgerichtheid).

Complex van deelhandelingen
Vaak is er sprake van een complex samenstel van moeilijk te onderscheiden deelhandeling-en. Over elke deel-handeling kan vervolgens verschil van interpretatie bestaan: vaak zien medewerkers  die voor bepaald gedrag door de strafrechter zijn veroordeeld, dit gedrag zelf niet als niet-integer, ook niet na de veroordeling. Waar het omslagpunt precies ligt is voor zowel betrokkene als zijn of haar collega’s moeilijk vast te stellen en elke specifieke gedraging (een zakenlunch, een etentje, een gezamenlijke reis) kan door iedereen anders worden geïnterpreteerd.

Glijdende schaal
Vaak is sprake van een geleidelijk proces dat tot een niet-integere uitkomst heeft geleid, waarin elke deelhandeling weer uiteenlopend kan worden beoordeeld.

Bewust en onbewust, rationeel en gevoelsmatig
Invloeden uit de situatie waarin iemand verkeert speelt een belangrijke rol. Bovendien wordt de kracht van die invloeden meestal onderschat. Zo blijkt niet alleen materieel gewin een belangrijk motief voor niet-integer handelen,  maar bijvoorbeeld ook vriendschap, liefde, status en indruk maken op vrienden. Dat betekent ook dat meer en minder bewuste, rationele en gevoelsmatige handelingen samengaan.

Geen aanspreek- en tegenspraakcultuur
In veel gevallen van niet-integer handelen zijn er in de omgeving van de betreffende medewerker  onvoldoende of geen remmende krachten. Het ontbreekt dan bijvoorbeeld aan collega’s die de medewerker tegenspraak bieden of anders gezegd bij de les’ houden. En het ontbreekt  aan adequaat toezicht door leidinggevenden en aan voorzieningen als het ‘vier-ogenprincipe’, functiescheiding en functieroulatie.

Wilt u de tekst van mijn  eerdere blog nog eens teruglezen? Al mijn blogs vindt u op www.integerheuvelland.nl.

Een beetje integer bestaat niet

Een beetje integer bestaat niet

De overheid is wel of niet integer.
Aldus Ien Dales, voormalig PvdA Minister van Binnenlandse Zaken in een rede voor het VNG-congres in 1992.

Waarom maken we ons druk over integriteit?
Eenieder die zich de vraag stelt “ben ik integer bezig” handelt uiteindelijk in het belang van de rechtsstaat en de democratie. Ik leg dat uit.

Eerst komt het fatsoen en de moraal en pas veel later de regels.
Het gaat om de vraag van goed en kwaad. Van politici, bestuurders en ambtenaren wordt namelijk  een hoge moraal gevraagd. En zeker de politieke en ambtelijke top moet worden gekenmerkt door moed, karakter en zichtbare onkreukbaarheid.

Integriteit gaat niet alleen om fraude en corruptie maar eerder om het brede begrip machtsbederf. Daarbij gaat het om ontbinding, verval, vervagingen van normen. Het gaat ook om het sluipend gevaar van bezoedeling van de ambtelijke en politieke reputatie, van de aantasting van de integriteit van bestuurders, van ontkenning van de hoge waarden waarvoor de democratische rechtsstaat staat. Ook het niet actief optreden tegen normvervaging binnen organisaties is fnuikend. Permanente waakzaamheid is daarvoor noodzakelijk.

Met de integriteit van de overheid valt of staat het bestuur. Aantasting van de integriteit van de overheid betekent niet minder dan dat de overheid het vertrouwen van de burgers verliest. En zonder dat vertrouwen van de burgers kan de democratie niet. Dan is er geen democratie meer.

De bovenstaande tekst is ontleend aan de genoemde rede van Ien Dales, die ook is opgenomen in het recent verschenen boek over haar, waarin een hoofdstuk gewijd is aan haar inzet voor een integere overheid.

 

LinkedIn
Share