Nieuwe integriteitsregels Eerste Kamer: goed maar toch nog een “Wij van WC-eend adviseren WC-eend”gehalte?
Inleiding
In een eerder blog heb ik geschreven over het integer handelen van de Eerste kamer. Liever gezegd het ontbreken van een integriteitscode en het omgaan met vermeende schijn van belangenverstrengeling. Dat is destemeer belangrijker omdat het lidmaatschap van de Eerste Kamer een bijbaan is. Dat vraagt om prudent handelen om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. Het heeft zelfs recent mevrouw Duthler haar lidmaatschap van de VVD-fractie gekost.
Eerste integriteitscode
Voor het eerst in de geschiedenis krijgt de Eerste Kamer nu een eigen integriteitscode, zo is afgelopen dinsdag besloten door alle fracties. Een jaar geleden leek zo’n code nog zo goed als ondenkbaar. Maar de heibel binnen en buiten het Binnenhof over de adviesklussen van Anne-Wil Duthler gaf de integriteitscode precies de benodigde urgentie. Daarmee geeft de kamer nadere invulling aan de eed of belofte die de leden van de kamer bij de beëdiging hebben afgelegd. Tot nu toe werd die invulling grotendeels overgelaten aan de individuele fracties. Dat leidde niet alleen tot verschillen in normen, maar zorgde er ook voor dat men elkaar niet konden aanspreken op gedrag en keuzes. Dat bleek onbevredigend, omdat handelingen van één fractie of senator die niet worden begrepen of zelfs worden afgekeurd, gevolgen kunnen hebben voor het aanzien van en vertrouwen in de Eerste Kamer als instituut.
Achtergrond en inhoud regels
Het Reglement van orde van de Eerste Kamer kende weliswaar al een aantal bepalingen over integriteit maar het onderwerp werd voor het overige overgelaten aan de regels van de afzonderlijke fracties. De EK zet met de door haar vastgestelde gedragscode een stap verder in een gemeenschappelijke benadering. Het besluit bevat naast een aantal nieuwe en aangescherpte bepalingen tevens instrumenten voor naleving en interpretatie van de gedragscode.
Integriteitsbeleid is beleid dat de leden en de goede naam van de Eerste Kamer vooral moet beschermen. Het geeft meer duidelijkheid over wat gewenst en ongewenst is. En het geeft een procedure in geval van twijfel.
De code bevat een raamwerk van bepalingen om integriteitskwesties te voorkomen en biedt, als deze zich onverhoopt toch voordoen, waarborgen voor een goede afwikkeling. Kern van de code is een transparante en inhoudsvolle beschrijving van functies en belangen naast het Kamerlidmaatschap. De komst van een externe vertrouwenspersoon biedt de mogelijkheid vooraf risico’s op belangenverstrengeling te bespreken en juist in te schatten. Wie tijdens de rit het woordvoerderschap wil vervullen, heeft de verplichting eventuele strijdige belangen te melden aan een commissie. Komen er onverhoopt toch integriteitskwesties aan bod, dan krijgt de voorzitter en de twee ondervoorzitters van de kamer een duidelijke rol bij de afdoening ervan.
De discussie over integriteit is niet afgerond. Het College van Senioren zal het onderwerp twee keer per jaar agenderen, maar ik hoop wel dat de nieuwe Eerste Kamer ook de vrijheid en de veiligheid ontwikkelt om tot een cultuur van elkaar aanspreken te komen.
Dynamiek in integriteit
We moeten nu er een gedragscode is niet de illusie hebben dat hiermee alle situaties of problemen zullen kunnen worden voorkomen. Integendeel, gedrag en maatschappelijke acceptatie zijn dynamische begrippen. Wat twintig jaar, twaalf jaar, of zelfs vier jaar geleden alom acceptabel was of werd getolereerd, is dat vandaag niet meer. Het is dan ook belangrijk om niet achter die dynamiek aan te lopen, maar daarop proactief in te spelen. Constante aandacht is dus geboden.
Juist bij een democratisch instituut als de Eerste Kamer is het essentieel om duidelijke regels te hebben, zodat de integriteit van senatoren boven alle twijfel verheven is. Daarvoor zijn uniforme gedragsregels voor de hele Eerste Kamer nodig. Transparantie, zeker over financiële belangen, en goede handhaving zijn daarbij essentieel.
Het is zinvol dat de EK met elkaar het gesprek blijft aangaan om daar waar nodig de regels aan te blijven scherpen om te borgen dat Kamerleden onafhankelijk zonder last hun werk doen. De belangrijkste winst is niet eens dat er nu duidelijker regels zijn, maar vooral dat er open over gesproken kan en zal worden. Het gaat er namelijk niet alleen om wat je afspreekt, maar ook dat je erover blijft praten en elkaar scherp houdt.
Kan het nog beter?
Het kan naar mijn mening nog beter. Zo heeft de PvdA-fractie afgesproken dat alle nieuwe functies die een lid van de PvdA-fractie gaat bekleden in de fractie beoordeeld worden op de verenigbaarheid met het Kamerlidmaatschap. In die zin is de nieuwe regeling goed, maar het kan dus altijd beter. Ik ben blij met de onafhankelijke vertrouwenspersoon, maar had wat meer onafhankelijkheid gezien bij de beoordeling van casussen om zoals het Groen Links kamerlid het verwoorde “het wc-eendgehalte te beperken en slagers die hun eigen vlees keuren te voorkomen”.
Conclusies
Het komt nu aan op de praktijk: toepassen en uitleggen van de code, elkaar raadplegen bij twijfel en aanspreken bij kritiek, transparant zijn en zo verantwoording afleggen aan de buitenwereld. Zo zullen de regels en criteria vanzelf gaan leven, nadere invulling krijgen en meebewegen met de maatschappelijke opvattingen.
Er is een set van gedragsregels vastgesteld er is een externe vertrouwenspersoon benoemd, er is een interne commissie integriteit en twee keer per jaar wordt er een update gehouden van de nevenactiviteiten. Ik denk dat de Kamer daarmee een adequaat antwoord geeft op terechte zorgen die binnen, maar vooral buiten deze Kamer bestonden over het functioneren van deze Kamer en haar leden. Het publiek krijgt meer inzicht en er komt beter toezicht.
Kamerleden opereren in een glazen huis. Naar die werkelijkheid moet men handelen. Alles wat de EK doet, moet transparant zijn en moet waargenomen kunnen en mogen worden door anderen. Als men zich gaat houden aan de afspraken die nu gemaakt zijn dan is dat winst voor onze parlementaire democratie en voor de Eerste Kamer in het bijzonder.
Alleen is het jammer dat het integriteitsbeleid nu pas goed handen en voeten krijgt. Voor menige gemeente in Nederland en “de overkant” (de Tweede Kamer) was dit al (lang) gesneden koek. Ja zelfs de Eerste Kamer heeft al jaren terug als medewetgever de lagere overheden hiertoe verplicht maar zelf nooit echt het voortouw genomen. Maar beter laat dan nooit.De tijd zal leren hoe de nieuwe Eerste Kamer met de afspraken om zal gaan. U kunt dat overigens zelf vaststellen via de website van de Eerste Kamer (alleen dinsdagen).